Page 70 - De man die het nieuws voor wilde blijven
P. 70

wat werken. Vandaag wilde hij eerder naar buiten, in de hoop dat hij van die hoofdpijn zou afkomen. Kees kleedde zich aan, wassen deed hij niet, wel kamde hij zijn haar met een kam die hij onder de kraan had gehouden. Toen stommelde hij de steile trap af en liep hij richting de Dam. Onderweg passeerde hij de Volksgaarkeuken die aan het begin van de steeg was gevestigd. Hij ging naar binnen en trof daar een bont gezelschap dat bezig was met maaltijden bereiden voor een steeds groeiende groep Amsterdammers.
- Goedemorgen, brave borsten, alweer in de weer voor het grauw, zei Kees en glimlachte naar een rijtje vrouwen die aardappelen schilden en groenten wasten.
- Ja, Kees, iemand moet het toch doen. Het wordt trouwens elke dag erger, de mensen staan hier al om drie uur voor de deur, terwijl wij pas om zes uur opengaan.
- Ik zou hier ook wel een hapje willen eten.
- Nee, jij krijgt niks, je moet een stempelkaart hebben, zonder stempelkaart geen eten.
- Ik ben ook een mens en ik heb ook honger.
- Niks mee te maken, jij zit lekker achter je bureautje of in het café, dat is helemaal niet zielig.
Kees grinnikte en verliet de dames die hem konden missen als kiespijn.
Jan Swollo was na het verlaten van de fabriek in Rotterdam naar het station gelopen en daar op de trein naar Amsterdam gestapt. Hij dacht erover om zijn moeder in de Vinkenstraat te bezoeken, misschien kon hij daar de eerste periode van zijn nieuwe functie onderdak vinden.
In de cadans van het schudden van het treinstel probeerde hij te overzien wat hem was aangedaan. Behalve dat hij zijn mooie functie kwijt was aan een snottebel van een rotjongen en zijn salaris
68


































































































   68   69   70   71   72