Page 29 - Vroege Herinneringen
P. 29

Dat kwam mij niet zo goed uit. Het geval was dat ik een paar maanden daarvoor samen met mijn vriend twee meisjes ontmoet, twee vriendinnen. Het vervelende was dat mijn vriend smoorverliefd was op mijn vriendin, maar zij niet op hem en bij mij was het omgekeerde het geval. Maar zoals dat dan gaat, mijn vriend oefende flinke pressie op mij uit en meer voor zijn plezier ging ik dan toch mee. Zelf had ik haar nooit mijn adres gegeven. Ook van haar kreeg ik grote brieven, die ik - achteraf een beetje lullig - niet beantwoordde. En mijn moeder maar schrijven ‘Henny heeft nog steeds geen brief van je gekregen’.
Dorsten
Intussen knapte ik aardig op, de wond in mijn borst was dicht. Ik hoestte nog wel steeds bloed op. De dokter had mij verteld dat er nog wel wat scherven za- ten, maar ik was alweer wat in gewicht aangekomen en zag alweer behoorlijk bruin. Door de aanhoudende bombardementen van Emmerich hadden de Duit- sers besloten het hospitaal te ontruimen en werden we vervoerd naar Dorsten. Zodra ik op mocht en mij weer bewegen kon, was ik mijn angst ook voor een groot deel kwijt. Hoewel ik nu wel naar de schuilkelders mocht, heb ik dat na één nacht niet meer gedaan.
Die nacht in de schuilkelder. Een grote kelder vol met patiënten en nonnen die aan een stuk door aan het bidden waren. Als het wat stiller buiten was, murmel- den ze zachtjes hun gebeden. Maar als de inslagen dichterbij kwamen werd hun bidden zeer luid. Grote verwarring ontstond toen er een non na een paar zware klappen binnen stormde met de mededeling dat de schuilkelder ‘eingeschuddelt’ was. Ik was wel blij dat wij naar Dorsten verhuisden. Ook daar vielen bommen, maar ik ging niet meer naar de schuilkelder en stond 's nachts op het balkon te kijken.
Terug naar Nederland
Eindelijk was het zover dat ik met een klein transport van zeven man naar Hol- land gestuurd werd. We kregen Hollandse uniformen die bij elkaar waren gescharreld. En we werden onder leiding op de trein naar Arnhem vervoerd en afgeleverd bij Musis Sacrum. Direct na aankomst belde ik Jan Sterk, de sigaren- winkel naast ons en vroeg hem mijn moeder aan de telefoon. Die was niet in staat een gesprek te voeren. Huilen, lachen, totaal overstuur. Ik heb haar toch
27


































































































   27   28   29   30   31