Page 24 - Altrobiografie
P. 24
Frans te oefenen. Noch de 26 jaar ervaring die zij had in patiëntgebonden onderzoek, noch haar promotie aan een Franse “Haute Ecole” maakte veel indruk.
Daar kwam bij dat ik eind 1987 ernstig ziek13 werd en pas in mei 1988 weer voltijds op het lab ging meedraaien, zodat ze er een paar maanden alleen voor stond. Als ze toen niet “contre vents et marées” had volgehouden zou ik waarschijnlijk het advies van mijn huisarts hebben opgevolgd en mij hebben laten afkeuren en de trombinegeneratie zou als een nachtkaars zijn uitgegaan.
Geleidelijk aan verbeterde zowel onze methode als de gevoelens binnen de afdeling: de eerste vlugger dan de laatste. Na aan paar jaar begonnen ze in te zien dat onze benadering toch zijn waarde kon hebben. Het geruchtmakende werk van Jan Rosing en zijn groep over de verworven APC-resistentie die geïnduceerd wordt door gebruik van de anticonceptiepil getuigt bv van de toenemende interesse in medische problemen en draait geheel om trombinegeneratie (Rosing, Tans et al. 1997).
Heparines
Waar iedereen dacht dat laag moleculairgewicht heparines werkten doordat ze de inactivering van factor Xa door antitrombine versnelden toonden onze trombinegeneratie experimenten duidelijk aan dat ze, net zoals gewoon heparine, voornamelijk werkten omdat ze de inactivering van trombine aanjoegen. (Hemker and Beguin 1992, Al Dieri, Wagenvoord et al. 2003).
Ook lieten we zien dat stollingstesten, zoals de algemeen gebruikelijke “activated Partial Thromboplastin Time” (aPTT) niet geschikt zijn om het effect van heparines te meten (Al Dieri, Alban et al. 2004). In de derde plaats bleek er een enorme interindividuele variatie te zijn in gevoeligheid voor heparines (Al Dieri, Alban et al. 2006) zodat een vaste dosis bij de ene patiënt misschien niets uithaalt en bij de andere gevaarlijk kan worden. En passant konden we ook het biochemisch mechanisme dat aan de heparinewerking ten grondslag ligt ontrafelen (Wagenvoord, Al Dieri et al. 2008).
Deze resultaten zijn nooit betwist, en zouden tot een paradigmaverschuiving in de heparinebehandeling hebben moeten leiden (Hemker, Beguin et al. 2019). Maar tot op de dag van vandaag wordt heparine in standaarddosering toegediend, wordt het effect daarvan, als het al wordt gemeten, bepaald met de aPTT en wordt de concentratie meestal uitgedrukt in termen van anti-factor Xa activiteit.
Resultaten verkrijgen is één ding..................
Biochemie, tweede acte.
Inmiddels was ons team in Maastricht versterkt met Gerard Hornstra, die al jaren het verband tussen voedingsvetten en trombose bestudeerd had (Hornstra 1971) en, in zijn team, Johan Heemskerk die zich ontwikkelde tot een expert op het gebied van de activering van bloedplaatjes (Heemskerk, Feijge et al. 1989). Een belangrijk succes uit die
13 Colitis ulcerosa 24