Page 196 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 196
184 Bloedstolling en bloedingsneiging
Afb. XII.2
Kurt N. von Kaulla in 1963: Schema met de belangrijkste fasen van activering en remming van het fibrinolytische systeem.
De activering van plasminogeen kan verlopen langs directe weg (bijvoorbeeld door weefseltype plasminogeenactivator) of langs indirecte weg waarbij eerst een proactivator wordt gevormd die wordt omgezet in een activator die plasminogeen activeert. Op zijn beurt kan actief plasmine geremd worden door antiplasmine of antitrypsine. Ongeremd plasmine splitst fibrine en overige eiwitten zoals caseïne27
op voor trombose-onderzoek.30 Meerdere Nederlanders zouden daar hun post-doc studie gaan doen (zie ook hoofdstuk XIX).
Tage Astrup, Brakmans mentor, was uiteraard spreker bij het voornoemde congres maar Brakman zelf was dus niet aanwezig. Toch had ook híj als arts interesse in therapeutische aspecten van fibrinolyse. Reeds klinisch toegepast en in de handel verkrijgbaar waren strep- tokinase (Varidase van de firma Lederle), urokinase (van Leo, Kopenhagen) en twee zoge- naamde plasminepreparaten (‘Thrombolysin’ van Merck, Sharp & Dohme en ‘Actase’ van Ortho Pharmaceutical).31 Streptokinase werd eerst als bolus toegediend en daarna als infuus; bijwerkingen waren onder meer koorts. De plasminepreparaten bevatten, aldus Brakman in 1962, vaak eerder plasminogeenactivator dan actief proteolytisch enzym. Het werd bereid uit fractie III volgens Cohn (zie hoofdstuk IV) waarna het werd geactiveerd met streptoki- nase. Brakman concludeerde echter, net als Sol Sherry twee jaar eerder, dat het ontbrak aan systematische studies naar de klinische effectiviteit van die producten.
XII.3 Brakman in Leiden (1970-1980)
Het verhaal gaat dat Böttcher en Brakman elkaar hebben ontmoet tijdens een vliegreis naar een congres. Hoe het contact ook tot stand kwam, Böttcher verzocht de arts Brakman om de leiding van het Gaubius instituut op zich te nemen omdat eerstgenoemde te druk was met zijn werk als adviseur bij Shell en inmiddels ook als voorzitter van het wetenschappelijk adviesorgaan RAWB, welke raad door de regering in 1966 was ingesteld.