Page 233 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 233

XIV. Hemofilie: Patiënten en behandelaars 221
CLB kwamen er ook commerciële partijen, de farmaceutische industrie, die bloedcomponen- ten op de markt brachten. Piet J. Hagen, journalist bij het dagblad Trouw, was vader van een hemofiliepatiënt (zie ook hoofdstuk XIII). Daardoor gemotiveerd werkte hij mee aan het NVHP-blad Faktor en werd een expert op het gebied van de bloedvoorziening en het beleid daaromtrent. In 1982 publiceerde hij het boek Blood: Gift or merchandise - Towards an in- ternational blood policy. Daarin gaf hij een overzicht van de wereldwijde bloedverwerkende industrie (gegevens per 1979)10:
Afb. XIV.1
Fractioneringscapaciteit van de belangrijkste bloedverwerkende bedrijven anno 1979 (plasma in liters)
Bedrijf
Capaciteit per 1979
Europa
Behringwerke Biotest Immuno
Kabi
Mérieux
750.000 100.000 850.000 250.000 600.000
Verenigde Staten
Alpha
Armour
Baxter Travenol Cutter
Mérieux
Parke Davis
800.000
600.000 1.000.000 1.200.000 100.000 100.000
Sommige van deze bedrijven, met name Immuno, Cutter en Mérieux, waren in staat om Nederlandse patiënten concentraten te leveren. In 1977 verzocht de NVHB het ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne om factor VIII-concentraat van commerciële origine te mogen inkopen. Enerzijds omdat de vraag naar factor VIII het aanbod overtrof, maar ook omdat er zich in de vakantiemaanden tekorten voordeden doordat er dan minder bloeddonaties plaatsvonden.
Behalve dat de patiënten voor thuisbehandeling een voorkeur hadden voor geconcentreer- de, meer gezuiverde preparaten, bestond er nog een directe medische noodzaak om dergelijke buitenlandse preparaten te importeren. Voor hemofiliepatiënten met in hun bloedbaan anti- stoffen tegen factor VIII of IX - remmers of inhibitoren geheten - was het Nederlandse cryo- precipitaat onvoldoende geconcentreerd gebleken. De werking van zo’n remmer kon alleen teniet worden gedaan door hoge doses factor VIII. Daarvoor waren ‘high potency’ preparaten noodzakelijk, welke uitsluitend - vanaf 1980 - door die buitenlandse firma’s geleverd konden worden.11
Maar met die buitenlandse concentraten diende zich aan het eind van de jaren 1970 een medisch probleem aan dat een paar jaar later de bloedtransfusiewereld volledig op zijn kop zou zetten (aids en hepatitis C). Concentraten werden vervaardigd uit zeer grote aantallen afzonderlijke bloeddonaties, zogeheten ‘high pool’ preparaten. Onderzoek uit Nijmegen, uit- gevoerd door V. Kunst maar onder verantwoordelijkheid van Clemens Haanen, liet zien dat met gebruik van dergelijke high pool preparaten er meer hepatitis onder behandelde patiënten voorkwam dan met kleinschalig geproduceerde producten van Nederlands fabricaat (der-


































































































   231   232   233   234   235