Page 252 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 252
240 Bloedstolling en bloedingsneiging
zou kunnen wijzigen. Loeliger zou zich meer dan tien jaar lang inzetten om methoden te ont- wikkelen om tromboplastines zodanig te standaardiseren dat zij onderling vergeleken konden worden. Maar alvorens dit te bespreken is het eerst wenselijk om de stollingstesten zelf en de meetapparatuur te belichten. Standaardisatie van reagentia is namelijk onmogelijk zonder de validering van de apparatuur.26
XV.4 Stollingstesten en apparatuur
Het RELAC-laboratorium werd opgericht nadat de bloedstollingsbepaling zijn eerste automa- tiseringsgolf had doorlopen. In de vroege beginjaren vond het meten van de protrombinetijd plaats in een horlogeglas met één druppel bloed, één druppel tromboplastine uit menselijke hersenen en één druppel calciumchloride, samen met wat glazen kraaltjes die het stollen beter zichtbaar moesten maken. Dit alles gebeurde bij de kamertemperatuur zoals die op de dag van het meten was! Iets later kwam de ‘waterbad-kiepmethode’ in zwang.
Kadertekst XV.1
Vroegere manier van werken27
‘Herinnert u zich de warmwaterbakken waar de ‘pupjes’ met Trombotest in de rekjes dob- berden nog? Het gesnor van de motor die het water in beweging zette en op temperatuur hield? Dat men bloed met een pipet opzoog en in het pupje blies, de stopwatch indrukte en wanneer het bloed gestold was, weer indrukte = stollingstijd. Het overgebleven bloed werd in een bak gegooid en door de drukte er ook wel eens naast. En dat zonder gebruik van handschoenen en stel dat je het bloed iets te ver opzoog!’
Met de waterbad-kiepmethode wordt een visuele waarneming van de bloedstolling gedaan. Het waterbad is nodig om het bloed en het reagens op constante temperatuur (37°C) te hou- den. In een reageerbuisje wordt bloed (of bloedplasma) gemengd met een reagens dat de stolling in gang zet en op hetzelfde moment wordt een stopwatch gestart. Vervolgens wordt het buisje regelmatig ‘gekiept’ om te zien of het bloed nog vloeibaar is of gestold is. Zo- dra stolling wordt waargenomen, wordt de stopwatch gestopt en de stollingstijd in secon- den genoteerd.29 De waterbad-kiepmethode werd al toegepast door Armand Quick, de uit- vinder van de protrombinetijdbepaling.30 De waterbad-kiepmethode is tot op heden de voor- geschreven methode bij gebruik van de Internationale Standaarden voor tromboplastine.
Alle routinelaboratoria gebruiken thans semi-automatische of volledig geautomatiseerde apparaten om de stollingstijd van bloed of bloedplasma te bepalen. Gaandeweg zijn er veel verschillende typen apparaten op de markt gekomen en de industrieën brengen voortdurend veranderingen aan in nieuwe typen die na een paar jaar weer vervangen worden door ande- re. De voordelen van geautomatiseerde apparaten zijn overduidelijk (minder personeel, tijd- winst, goede precisie). Het belangrijkste nadeel van deze apparaten is dat de stollingstijden van één en hetzelfde bloedmonster niet in alle typen apparaten dezelfde zijn. Er moet dus een referentiemethode gekozen worden waarmee alle apparaten geijkt kunnen worden. Het is niet mogelijk om één type apparaat als internationale referentiemethode te kiezen, omdat ieder apparaat een beperkte levensduur heeft en de keuze van één type apparaat een enor- me controverse en protesten van de concurrerende industrieën zou veroorzaken. Vandaar dat de bovenbeschreven waterbadmethode als internationale referentiemethode is gekozen, maar deze wordt bijna alleen door referentielaboratoria zoals RELAC toegepast. In de loop der jaren hebben veel buitenlandse analisten Leiden bezocht om in het RELAC laboratorium de