Page 366 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 366
354 Bloedstolling en bloedingsneiging
Kadertekst XXI.3
Robert McCrum11
‘[Z]eker is dat niemand ooit precies zal weten wat er in mijn hoofd gebeurde in de nacht van 28 op 29 juli 1995, maar vermoedelijk ging het ongeveer als volgt. Om te beginnen vormde zich sluipenderwijs een stolsel in een van mijn hersenvaten, dat de toevoer afsneed naar het orgaan dat, op het hart na, het meest naar bloed dorst. Uiteindelijk, misschien een paar uur later, barstte het, alsof er een dam doorbrak, de rechterhelft van mijn hersens bin- nen en veroorzaakte daar een bloeding die zou leiden tot een onherstelbare vernietiging van het hersenweefsel diep in mijn schedel.
Ik had geen weet van dit cerebrale drama; ik wist alleen dat ik een razende hoofdpijn had en toen, de volgende morgen, dat ik me praktisch niet meer kon bewegen. Van de ene op de andere dag had ik iets opgelopen dat de specialisten een ‘rechter hersenhelftinfarct’ noemen en in de rest van de wereld bekendstaat als een beroerte. Het Engelse woord voor beroerte is stroke, een woord dat oorspronkelijk ook de bijbetekenissen had van ‘een klap’ en ‘een ramp’. Deze ramp treft zo’n 450.000 Amerikanen en 150.000 Britten [en 24.000 Nederlanders] per jaar, maar toen het gebeurde was ik volslagen onkundig van de aandoe- ning die Sherwin B. Nuland, auteur van Hoe wij sterven, doodsoorzaak nummer drie in de ontwikkelde landen van de wereld noemt. ... Als je een beroerte krijgt en je hersens een ‘hemorragisch infarct’ te verduren krijgen, ondergaat het lichaam een enorme verstoring van het natuurlijk evenwicht. Letterlijk van de ene dag op de andere was ik van iemand die een dure maaltijd in een deftig restaurant kon bestellen, veranderd in een incontinent wrak dat geen hoogte kon krijgen van zijn eigen lijf. Ik was (dacht ik) bij mijn positieven en alert, maar mijn ledematen gaven niet thuis.’
Gezien de ernst is het inderdaad verrassend te zien dat er onder het grote publiek rela- tief weinig aandacht is voor dergelijke gezondheidsproblemen. Wetenschappelijk onderzoek naar T&H krijgt niet erg veel aandacht in de media; fondsenwerving door de Trombosestich- ting Nederland blijft mijlenver achter bij die van fondsen voor de kankerbestrijding zoals het KWF; en er worden maar weinig patiëntenverhalen gepubliceerd, terwijl dat in het geval van kanker, hersenziekten en A.L.S. veel meer het geval is.
Het achterblijven van de aandacht voor trombose is waarschijnlijk ook daaraan te wij- ten dat het gewoonlijk valt onder de brede taken van de internist. Interne Geneeskunde is een amorf veld dat pas in de 20ste eeuw tot ontwikkeling kwam, in tegenstelling tot medische spe- cialties zoals oogheelkunde, keel-, neus- en oorartsen, dermatologie en pathologie. Bij Interne Geneeskunde ging het niet om één enkelvoudig orgaansysteem c.q. set van bekwaamheden dat gemonopoliseerd kon worden.13
Bloed - het hoofdonderwerp van dit boek - en het bloedvatstelsel maken slechts een be- perkt deel uit van de interne geneeskunde. Bovendien worden zij ook behandeld bij overige specialismen zoals cardiologie, neurologie, et cetera. Bloedstolling is voorts, zoals gezegd, een ‘marginaal’ onderwerp binnen de hematologie omdat díe hoofdzakelijk de focus heeft op oncologische onderwerpen. Zitten we er ver naast als we claimen dat de bloedstolling uit de marge van de geneeskunde is gehaald door de biochemie - door de natuurwetenschappen?