Page 43 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 43
III. Trombosediensten 31
Foto III.1
Protrombinetijdbepalingen in een trombosedienst in de jaren zestig van de 20ste eeuw
(collectie O. Paauwe-Insinger)
had overgedragen aan de huisarts, was het ziekenhuis dan vrij van alle verantwoordelijkheid? Daarnaast was er nog een probleem rond het medisch handelen dat bij wet was geregeld. De buitenzuster - een verpleegster - was wettelijk helemaal niet bevoegd om een venapunctie te doen. Dat was voorbehouden aan artsen. Maar in het ziekenhuis was de praktijk anders dan de wet: daar was het meestal de verpleging die prikte. Die was er vaak veel geroutineerder in
dan de wettelijk bevoegde arts, die het maar zelden deed.
Al deze vragen betreffen grens- en breukvlakken tussen natuurwetenschap, geneeskun-
de en medische zorgstructuren. De medische innovatie berustte technologisch gezien op een in het laboratorium ontdekt indirect werkend anticoagulans. Dit farmacon was een remedie voor een ernstig lichamelijk probleem bij de patiƫnt maar zorgde wel voor hoge kosten van de gezondheidszorg. In Nederland zou een infrastructuur ontstaan die de interne spanningen en tegenstellingen zou kanaliseren. De actor die een centrale plaats zou innemen bij de verzelf- standiging van de trombosediensten in Nederland was het Nederlandse Rode Kruis (NRK).