Page 47 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 47

III. Trombosediensten
35
III.6 Invoering van de Thrombotest
De wetenschappelijke commissie van het NRK
voor de trombosediensten stond aan het eind van
de jaren vijftig jaren onder voorzitterschap van
S.I. de Vries, internist-hematoloog te Amsterdam.
In 1959 publiceerde de Noor P.A. Owren zijn
Thrombotest® voor het kwantificeren van het
bloedstollingsproces.18 Na deze publicatie in The
Lancet stelde De Vries een werkgroepje samen
met als leden Loeliger (Leiden), C.A.M. Haanen
(Nijmegen) en J. Abels (Groningen), beiden la-
ter hoogleraar in de Hematologie. Twee jaar later
oordeelde dit werkgroepje dat de Thrombotest®
het geschiktste tromboplastine omvatte voor con-
troles van antistolling langs orale weg.19 Voor die
laboratoria die van de Quick-test overstapten op
Thrombotest® was het wel even wennen. In de
nieuwe test stolde normaal bloed in ± 40 secon-
den, terwijl men van mening was dat een goede
ontstolling ter preventie van trombose werd be-
reikt wanneer deze stollingstijd werd verlengd tot 120 tot 150 seconden. De nieuwe test had dus het nadeel dat deze veel meer tijd kostte. In plaats van de 30 seconden die een verlengde Quick-test kostte, duurde het nieuwe type meting circa 130 seconden. Wanneer op een dag honderden bepalingen werden gedaan was die extra tijd dus aanzienlijk. Bovendien lagen de materiaalkosten van de test een stuk hoger dan bij die van Quick.
Foto III.3 J. [Han] Roos van de trombosedienst van het Rode Kruis Han Roos (1927-2005) Ziekenhuis in Den Haag was aanvankelijk dan ook tamelijk sceptisch. In Den Haag waren ze namelijk helemaal niet zo ontevreden over de Quick-test en de extra kosten voelden ook aan als overbodig. Roos drukte het zo uit: ‘... we vonden het
vervelend al die dubbeltjes naar Oslo op te sturen.’20 Voorzitter van de wetenschappelijke commissie was de al genoemde Amsterdamse internist-hematoloog Simon I. de Vries.21 Deze stichtte in 1950, samen met Martinus C. Verloop uit Utrecht, de Nederlandse Vereniging voor Hematologie.22 Als klinisch hematoloog had De Vries gro- te belangstelling voor bloederziekten en trombose. Hij wilde de trombosediensten en het Rode Kruis ontkoppelen en de trombosediensten zouden dan ondergebracht worden bij de Hematologen-Vereniging. Roos en Loeliger deelden deze mening niet omdat, zo vonden zij, hematologen zich weinig gelegen lieten liggen aan het werk aan antistolling (met uitzondering van De Vries uiteraard). En de medische leiders van de trombosediensten waren over het algemeen geen hematologen! Bovendien zou het ont- trekken van de trombosediensten aan het Rode Kruis tamelijk ondankbaar zijn, want de zeer goede antistollingsorganisaties in Nederland - in vergelijking met de rest van de wereld -
Foto III.2
Clemens A.M. Haanen (1924-2009)


































































































   45   46   47   48   49