Page 60 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 60

48 Bloedstolling en bloedingsneiging Foto IV.6
Productie van transfusiesets door het CLB (n.d.) (© Sanquin, met toestemming)
werd daarbij ontvangen van medewerkers van het Lister Institute te Londen.
De ruwe eiwitfracties werden aan het eind van de jaren vijftig van de vorige eeuw vol- gens onderstaand schema geïsoleerd. Uit deze ruwe fracties kunnen eiwitten als albumine en
gammaglobuline langs een analoge weg verder worden gezuiverd. Uitgaande van citraatplasma, vervolgens brengen op: Ethanolconcentratie 8 procent pH 7,2
temp. -3° C, ionsterkte 0,14
↓ → Precipitaat: fibrinogeen (+ antihemofiliefactor) Ethanolconcentratie 25 procent pH 6,9
temperatuur -5 ° C, ionsterkte 0,09
↓ → Precipitaat: o.a. alfa- en betaglobuline, protrombine Ethanolconcentratie 40 procent pH 5,8
temperatuur -5° C, ionsterkte 0,09
↓ → Precipitaat: alfa- en betaglobuline Ethanolconcentratie 40 procent pH 4,8 temperatuur - 5° C, ionsterkte 0,11
↓ → Precipitaat: albumine
Het zogeheten ‘tweedonor-fibrinogeen’ – met als kenmerk een hoog gehalte aan anti-hemo- filieglobuline (AHG, factor VIII) – was enkele decennia na de Tweede Wereldoorlog een therapeutisch preparaat. Met toediening van dat tweedonor-fibrinogeen wist men de bloe- dingsneiging van patiënten met de bloederziekte hemofilie A tijdelijk te onderdrukken (zie ook hoofdstuk V). Uit gedroogd plasma geïsoleerd fibrineschuim en trombine waren prepa- raten die gebruikt werden om lokaal de bloedstolling te bevorderen, bijvoorbeeld bij hersen- operaties, herstel van leverscheuren, en dergelijke.16


































































































   58   59   60   61   62