Page 65 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 65
IV. Centraal Laboratorium Bloedtransfusiedienst 53
voor wat betreft patiëntenzorg, diagnostiek, klinische en fundamentele research en onder- wijs, maar ook gemeenschappelijke technisch-infrastructurele voorzieningen, zoals telefoon- centrale, parkeerterreinen en transport.26
IV.6 Circulerend bloed: het CLB als infrastructuur
Het oude Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst - nu Sanquin - is voortgeko- men uit technische en wetenschappelijke ontwikkelingen rond bloedtransfusies. De geringe houdbaarheid van bloed en bloedplasma maakte dat dringend werd gezocht naar middelen om dat probleem op te lossen. Enerzijds werd daar eigen ervaring mee opgedaan terwijl ander- zijds nieuw Amerikaans onderzoek snel werd overgenomen. Aanvankelijk ging de grootste aandacht uit naar nieuwe vormen van productie van zowel bloedcomponenten als transfusie- hulpmiddelen. De specifieke eisen welke werden gesteld aan omgaan met gedoneerd bloed - zoals werken bij lage temperatuur, voorkoming van microbiologische besmettingen en wer- ken op semi-industriële schaal - maakten dat het CLB een unieke positie innam. De politieke spanningen in de tweede helft van de jaren 1940 rond Nederlands-Indië hebben ertoe bijge- dragen dat een efficiënte voorziening van houdbare bloedproducten een strategisch doel van de Nederlandse overheid was.
Afb. IV.2
De organisatie voordat de Stichting Regionale Bloedbanken werd opgericht
(Bloedwet 1961)27
In bovenstaand schema zien we dat het Nederlandse Rode Kruis de bloedtransfusiediensten (BTD) gescheiden hield van haar andere taken en dat het CLB een derde, zelfstandige tak vormde. In die derde tak participeerde ook de overheid.