Page 94 - Bloedstollig en bloedingsneiging
P. 94
82 Bloedstolling en bloedingsneiging
Foto VII.1
De foto laat Jan Veltkamp zien op de stoep temidden van de deelnemers van het hemofilie-zomerkamp in 1979 (collectie C. Smit)9
In het midden van de jaren 1970 was de Van Creveld-kliniek in ernstige financiƫle pro- blemen gekomen. Zoals al aangegeven kwam dat onder andere door het invoeren van cryo- toepassingen waardoor er minder en minder lange bedopnames plaatsvonden. De noodzaak van een centraal behandelcentrum met schoolvoorzieningen en een zwembad werd allengs minder. De vraag was echter of er, wanneer hemofiliebehandelig alleen maar decentraal zou plaatsvinden, nog voldoende specialistische kennis over hemofilie zou overblijven of dat deze te versnipperd zou raken.
De ervaring met de Van Creveld-kliniek in Huizen was dat een categoraal ziekenhuis (kli- niek) voor hemofilie te duur was. Er moest dus aansluiting worden gezocht met een bestaand ziekenhuis. Een commissie bestaande uit de behandelaren Veltkamp uit Leiden en Jan Sixma uit Utrecht, alsmede de voorzitter van de NVHP, Hans van Dijck, had een structuurplan voor de hemofilie-behandeling in Nederland opgesteld.10 De voornaamste conclusies van het plan waren dat de behandeling van hemofilie geconcentreerd moest worden in een aantal, over heel het land verspreide centra. Maar mocht de kliniek in Huizen verdwijnen, dan moest er een landelijk centrum blijven waar naast specialisten voor hemofilie ook andere medische specialisten (met name voor orthopedie) aanwezig waren. De taken van dat centrum lagen op het vlak van klinische revalidatie, orthopedisch-chirurgische hulp, maatschappelijke en psychiatrische zorg, onderzoek en voorlichting.