Page 14 - LEIFplan deel 2 - PZ (11-21)
P. 14
Je bent niet alleen: zij dachten er ook al over na
“
Marieke Vervoort
Dankzij haar ingesteldheid heeft Marieke (1979-2019) nog jaren kunnen toevoe-
gen met een aanvaardbare levenskwaliteit. Onderstaande schreef ze in 2017:
“In een rolstoel belanden is een grote klap, maar als je door de progressie van je aandoening ook
nog eens te maken krijgt met onmenselijke pijnen waardoor je dag en nacht ligt te kronkelen en bij
tijden het bewustzijn verliest, brengt dat een grote onzekerheid in een mensenleven. “Hou ik dit nog
lang vol? Wat als het nog erger wordt?” Allemaal vragen die in je hoofd rijzen. De onzekerheid maakt
je kapot waardoor je je soms zou laten leiden tot wanhoopsdaden. Sinds mijn papieren met betrek-
king op mijn levenseinde in orde zijn, dankzij LEIF en ULteam, ben ik bij wijze van spreken weer gaan
“leven”. Met de gedachte dat ik niet onnodig hoef af te zien als het te erg wordt, dat er een “nood-
rem” bestaat. Hierdoor is er een hele hoop stress van me afgevallen en kan ik opnieuw genieten van
elk allerkleinste moment! Ik hoop dat het taboe rond het levenseinde wegvalt. Dit zou heel wat meer
levenskwaliteit brengen!”
“
Frank Raes
“Als het einde onafwendbaar is, door ziekte of een ongeval, dan wil ik een stem in
het kapittel over hoe ik de weg naar dat onafwendbare wil afleggen. Ik wil niet dat
dat einde, de medische wetenschap ter wille, nodeloos gerekt wordt. Ik wil mijn levenseinde waardig
beleven, dat wil zeggen zo bewust mogelijk en met zo min mogelijk pijn. Als ik zelf niet meer in staat
ben om daarover te oordelen dan moeten anderen, mensen rond mij, de verantwoordelijkheid mogen
nemen om beslissingen te nemen die vooraf duidelijk met mij zijn afgesproken.”
“
Chris Lomme
”Iemand zien lijden en langzaam verliezen is pijnlijk. Weten dat de pijn door familie en
vrienden verzacht kan worden, is een troost. Weten dat je steun en hulp kan krijgen
van hulpverleners palliatieve zorg, is een hulp. Weten dat je niet onnodig lang moet lijden, is een ge-
ruststelling. In naam van zovele mensen die door hen gesteund zijn geweest, mijn oprechte dank.”
– 12 –