Page 13 - LEIFplan deel 2 - PZ (11-21)
P. 13

Kinderen en jongeren betrekken
            Voor veel mensen is het niet zo duidelijk of je kinderen en jongeren nu net moet afschermen voor heftige emoties
            van verdriet en verlies, dan wel of je ze er net bij moet betrekken.
            Omdat het belangrijk is dat mensen zich weer meer op hun gemak leren voelen in het omgaan met moeilijke
            emoties stellen we voor om kinderen toch te betrekken. Zo leren ze van jongs af aan dat ziek zijn, afscheid ne-
            men en sterven onderdeel zijn van het leven. Vroeger, toen generaties nog dichter bij elkaar woonden en mensen
            meer thuis stierven in plaats van in woonzorgcentra of ziekenhuizen, was dood gaan minder taboe dan vandaag.
            Door kinderen niet uit te sluiten op moeilijke momenten, helpen we hen om met deze thema’s te kunnen omgaan
            wanneer ze zelf volwassen worden. Natuurlijk betrek je kinderen en jongeren wel op een manier die begrijpelijk is
            voor hen.
            Ook over het betrekken van kinderen en jongeren is er al heel wat gezegd en geschreven. De meeste scholen
            hebben trouwens een vorm van beleid en/of aandachtspunten ter ondersteuning van leerlingen die thuis met een
            palliatieve situatie of een overlijden te maken hebben. Vraag daar zeker naar.
             *   De meest gestelde vragen over kinderen en de dood. Riet Fiddelaers-Jaspers februari 2019)
             *   Kinderen helpen bij verlies. Een boek voor al wie van kinderen houdt. Manu Keirse (april 2020)
             *   Rouw bij kinderen en jongeren. Over begeleiden van verliesverwerking. Mariken Spuij (februari 2017)

              Voorafgaande zorgplanning
            Zoals je eerder in deze brochure kan lezen, kan je heel wat beslissingen nemen bij het levenseinde. Wanneer je
            met deskundigen in palliatieve zorg spreekt, vertellen ze over het verschil in kwaliteit van leven bij mensen die voor-
            af met elkaar over hun zorgwensen hebben gesproken. In crisis gaat het vaak over moeilijke beslissingen, zeker
            wanneer de persoon met een palliatieve aandoening niet meer voor zichzelf kan spreken, bijvoorbeeld door de-
            mentie.  De vraag of een behandeling al dan niet nog moet worden opgestart, kan voor heel veel spanning zorgen.
            Omdat de familie niet weet wat de persoon zou gewild hebben, of omdat de familieleden van mening verschillen.
            Je kan dus – zelfs al ben je helemaal nog niet ziek – best wel dit gesprek aangaan met je omgeving. Omdat je wilt
            dat je naasten weten wat je wilt in het geval je ongeneeslijk ziek wordt en het zelf niet meer kan zeggen. Zodat je
            zeker bent dat jouw wil gerespecteerd wordt. Of zodat je zeker bent dat zij deze moeilijke beslissingen niet in jouw
            plaats moeten nemen. Of gewoon om te zeggen dat je er alle vertrouwen in hebt dat zij op het juiste moment de
            juiste beslissingen zullen nemen, en dat dat is wat je wilt.
            Omgekeerd geldt ook dat je het gesprek met naasten kan aangaan zodat je weet wat ze zouden willen in het geval
            ze dit zelf niet meer kunnen aangeven. Zodat je ook voor jezelf die rust hebt.
            Want ook al is voorafgaande zorgplanning vaak een emotioneel en dus voor veel mensen een lastig thema, we
            stellen echt wel vast dat het voor rust zorgt eens de dingen besproken zijn. Daardoor komt er weer plaats voor
            voluit leven. Of zoals een groep senioren het zei “We zouden eigenlijk willen dat onze kinderen weten wat we be-
            langrijk vinden, maar ja, het is zo moeilijk bespreekbaar. Zij willen ons niet horen spreken over doodgaan!”  Terwijl
            in een andere groep, leeftijd van de kinderen van de senioren, eenzelfde verzuchting klonk “Eigenlijk zouden we
            van onze ouders willen weten wat ze belangrijk vinden indien ze ongeneeslijk ziek worden. Maar ja, je kan daar
            toch maar moeilijk over beginnen…”
            Probeer je misschien deze eens?
                  •  Wanneer er iemand is gestorven en iemand zegt “Zo zou ik toch niet willen eindigen…”, durf dan de vraag
                    stellen “Wat zou voor jou dan belangrijk zijn in die situatie?”.
                  •  Als iemand op bezoek is geweest bij iemand met dementie en zegt “Dat is me toch iets, daar zo zitten de
                    hele dag, dat is toch geen leven…”, durf dan de vraag te stellen “Stel dat je zelf dement zou worden, wat
                    zou voor jou dan belangrijk zijn?”.
            Je zou verrast zijn tot welke mooie gesprekken je dan kan komen.
            Bij een goede voorafgaande zorgplanning is het belangrijk de genomen beslissingen ook te bevestigen in schrifte-
            lijke wilsverklaringen zodat hiermee duidelijk en zonder twijfel rekening kan gehouden worden wanneer je niet meer
            aanspreekbaar bent.  Alle correcte wettelijke wilsverklaringen bevinden zich aan de andere kant van dit LEIFplan.




 – 10 –                                                   – 11 –
   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18