Page 12 - LEIFplan deel 2 - PZ (11-21)
P. 12
• Het leven gaat gewoon door voor iedereen, zelfs de naam van mijn geliefde wordt bijna niet meer ge-
noemd, alsof ik niet verdrietig meer mag zijn na verloop van tijd.
• Ook hier vind je vast en zeker nog voorbeelden van waar iemand nood aan kan hebben.
Zou het niet fijn zijn hier mee te experimenteren? Een paar voorbeelden die je kan uitproberen.
• Ik zou je eigenlijk willen vragen hoe het met je gaat en tegelijk vind ik dat moeilijk. Ik weet dat het niet goed
gaat en ik wil het niet allemaal nog moeilijker of pijnlijker maken. Wat zou jij graag willen?
• Ik vind het moeilijk om op bezoek te komen, want ik zou je willen helpen of zeggen dat het allemaal goed
komt en ik weet dat dat niet kan. Ik weet niet goed wat ik dan wel nog moet zeggen. En tegelijk wil ik je
niet in de steek laten. Waar zou je iets aan hebben?
• Ik zie je verdriet en ik zou het willen oplossen, maar ik weet niet hoe en dan zwijg ik liever. Misschien moet
ik alleen maar luisteren? Wat denk je?
• Ik heb de indruk dat je er liever niet over praat. Klopt dat? Is er dan iets anders waar je het over wilt heb-
ben of wat we samen kunnen doen?
Omgaan met heftige emoties
Het kan zijn dat je door de omstandigheden geconfronteerd wordt met heftige emoties zoals immens verdriet,
kwaadheid of zelfs agressie, frustratie en onmacht,… Die emoties komen zowel voor bij mensen met een palliatie-
ve aandoening als bij familie van patiënten. Van mensen die in crisis zijn, weten we dat ze vaak terugvallen op een
soort van emotionele automatische piloot. Ongeneeslijk ziek worden en sterven is onbekend terrein. En je hebt
maar één kans om het ‘goed’ te doen. Dat zet mensen in crisis nog meer onder druk.
Wat je dan vooral moet weten, is dat die emoties zoals frustratie of kwaadheid zelden persoonlijk bedoeld zijn. Al
kan het wel zo overkomen. Wat je kan doen is proberen uitzoeken waar de emotie mee te maken heeft, door er
vragen over te stellen bijvoorbeeld.
Probeer deze eens.
• Ik denk te merken dat je boos bent, ik zou dat ook begrijpen trouwens. Maar wat precies maakt jou zo
boos?
Misschien vindt hij of zij de situatie onrechtvaardig, daar kunnen we alleen maar naar luisteren. Misschien
is de kwaadheid een manier om de angst te tonen om vergeten te worden. Dan kun je bijvoorbeeld
samen een herinneringsdoos maken, een videoboodschap opnemen, een levensverhaal neerschrijven.
• Je kan ook andere emoties die je denkt te merken bevragen. Bijvoorbeeld: Wat maakt je bang, onrustig
of onzeker?
De dokter of de palliatief deskundig thuisverpleegkundige kan dan misschien uitleggen wat er in het
ziekteverloop wel kan gebeuren en wat niet. Wat er bijvoorbeeld kan gedaan worden om het comfort te
verhogen en de angst weg te nemen.
Wanneer je zelf ondersteuning kan gebruiken om met je eigen emoties om te gaan, zijn er heel wat mensen die je
hierbij ook professioneel kunnen ondersteunen. Praat erover met je arts, met de palliatief referent die er is in elk
ziekenhuis en woonzorgcentrum. Of doe beroep op de palliatief deskundig verpleegkundige van het palliatieve
thuiszorgteam van je regio.
Ook een psycholoog kan je hierin ondersteunen.
Omgaan met rouw
Over rouw is al heel veel gezegd en geschreven. Het is belangrijk om ook hier te beseffen dat een rouwproces voor
iedereen anders verloopt. Er is niet één rouwtraject. Er staat ook geen tijd op rouwen. En rouwen gaat al helemaal
niet over ‘loslaten’ zoals zo vaak wordt gezegd. Het gaat eerder over verbinding houden met iemand die er niet
meer is. Het gaat over verder leven en toch ook herinneren en missen.
Er zijn ook rouwgroepen en rouwtherapeuten die je hierin kunnen ondersteunen.
* http://www.missingyou.be
* http://www.awel.be
– 10 –