Page 7 - LEIFplan deel 2 - PZ (11-21)
P. 7
Tot slot
Ga (tijdig) na hoe je (huis)arts staat tegenover het inschakelen van palliatieve zorg, euthanasie en andere beslissin-
gen bij het levenseinde. Doe hetzelfde voor het ziekenhuis of woonzorgcentrum waar je zal verblijven.
Zorg ook tijdig voor een voorafgaande zorgplanning met behulp van vooral een voorafgaande negatieve wilsver-
klaring en/of andere wilsverklaringen. Dit kan je later veel ellende besparen.
Voor verdere hulp of inlichtingen over palliatieve zorg en het levenseinde kan je steeds terecht op de LEIFlijn, het
Netwerk palliatieve zorg van je regio of de LEIFpunten. De LEIFlijn helpt je rechtstreeks of brengt je in contact met
de juiste mensen of instanties (tel: 078 15 11 55).
Bijkomende nuttige informatie
Palliatieve zorg
Palliatieve zorg is zorgen voor kwaliteit van leven
Het woord ‘palliatief’ komt van het Latijnse werkwoord ‘palliare’ en betekent zoveel als ‘een mantel omdoen’ of
‘omringen, bekleden’. Palliatie omringt je dus met zorg. Één van de belangrijke kenmerken van die zorg is het zo
goed mogelijk bestrijden van de klachten en problemen die het gevolg zijn van een ongeneeslijke aandoening.
Wie vrij is van pijn en ongemak geniet meer van mooie momenten. En dat geldt ook voor de familie, die alvast één
zorg minder heeft.
Heel erg jammer is dat veel mensen denken dat ‘palliatief’ gelijk staat aan ‘terminaal’. Alsof het etiketje ‘palliatief’
betekent dat er van het leven helemaal niets meer overschiet. En dat is niet zo. Eigenlijk komt elke ziekte die
niet meer te genezen is in aanmerking voor een palliatieve behandeling. Een diabetespatiënt bijvoorbeeld is niet
geneesbaar, maar kan wel heel goed palliatief - met insuline - behandeld worden waardoor zijn levensduur niet
wordt aangetast.
Wat vooral jammer is, is dat mensen waardevolle ondersteuning missen omdat ze palliatieve zorg gelijkstellen aan
terminale zorg. Dat geldt trouwens niet enkel voor patiënten en hun familie. Ook voor artsen en zorgverstrekkers
is het vaak nog moeilijk om de woorden ‘palliatieve zorg’ uit te spreken. Ze voelen zich er ongemakkelijk bij. Of
ze hebben de indruk dat ze daarmee een soort doodvonnis uitspreken en alle hoop ontnemen. Terwijl dat niet zo
hoeft te zijn. Meestal integendeel.
“Eigenlijk was ik niet klaar voor ‘palliatieve zorg’, ik heb het afgehouden. Toen het onvermijdelijk werd dat jullie
kwamen, was er zo snel zoveel vertrouwen. Ik vraag me af wat ik heb gemist, ik wou dat ik jullie vroeger had
toegelaten…”
Palliatieve zorg is voorop stellen wat voor de mens belangrijk is
De ene mens met een palliatieve aandoening wil nog maximaal inzetten op wat mogelijk is. Dat is helemaal OK.
Voor de andere mens hoeft het allemaal niet meer. Wellicht heeft hij vooraf al aan een negatieve wilsverklaring
gedacht en zal hij vragen om medische handelingen af te bouwen. Ook dat is prima. Het hoeft niet eens het ene
of het andere te zijn. Zolang de patiënt zelf kan aangeven wat hij wil, is dat wat wel of niet zal gebeuren. En in het
andere geval zal de vertegenwoordiger er – al dan niet met behulp van een afdwingbare negatieve wilsverklaring
- op toezien dat de wil van de patiënt gerespecteerd wordt.
Palliatieve zorg is trouwens meer dan pijnbestrijding en comfortzorg. Het gaat ook over emotionele, psychosociale
en existentiële ondersteuning. De psycholoog van het support team in het ziekenhuis zal bijvoorbeeld ook luisteren
naar waar je het emotioneel moeilijk mee hebt. Ook de medewerkers van de equipes voor palliatieve thuiszorg be-
– 4 – – 5 –