Page 11 - Vrolijke verhalen voor het slapengaan, inkijkexemplaar
P. 11
https://www.youtube.com/watch?v=cHw4GER-MiE
Rijkmans afdaling naar de hel
Rijkman was bankier en nu is hij dood. En dat betekent dat hem de rekening gepresenteerd
gaat worden. Toch niet helemaal op z’n gemak volgt hij de gele pijlen die kennelijk voor hem
zijn bedoeld. En daalt vervolgens een lange stenen trap af waarna hij in een soort ontvangsthal
komt. Achter de balie zit een wat oudere dame in een glitterjurk met opgestoken zwart haar,
die hem minzaam glimlachend begroet.
‘Welkom, meneer Rijkman,’ zegt ze, haar hand naar hem uitstekend.
‘Hoe weet u mijn naam?’ vraagt hij verbaasd.
‘Uw badge,’ zegt ze minzaam, ‘geeft u die maar aan mij. Ja, dank u. En dit is uw nummer,’
waarbij ze hem een metalen plaatje aan een koordje overhandigt. ‘U bent vanaf nu nummer
666. Hangt u het plaatje maar om uw nek, dan bent u voor iedereen meteen herkenbaar. En
dan kunt u zich nu naar de wachtkamer begeven, die is hier aan het eind van de gang. U wordt
opgehaald als u aan de beurt bent. U zult wel even geduld moeten hebben, want het is hier
tamelijk druk op het moment.’
De wachtkamer blijkt inderdaad goed bezet te zijn, met vooral veel heren in driedelig pak en
met grijze stropdassen. Waarschijnlijk ook bankiers. Of makelaars, beurshandelaren,
accountants en misschien ook wel wat gewone financiële boeven.
‘Achter wie ben ik?’ vraagt hij, aan niemand in het bijzonder.
‘Ik ben hier ook net binnen,’ zegt een man met nummer 417, ‘maar we schijnen gewoon
rustig onze beurt te moeten afwachten.’
‘Eh, ja, ja, dank u,’ zegt hij. Zoiets had de dame van de receptie ook al gezegd. Hij gaat op
een van de pluchen bankjes zitten. Gelukkig liggen er op een tafeltje ingebonden jaargangen
van The Financial Times en van Het Financieele Dagblad. Hij hoefde zich voorlopig dus niet
te vervelen.
Toch was hij al half en half in slaap gesukkeld toen zijn nummer werd afgeroepen. In de
deuropening stond een struise blonde dame in een leren broekpak, die hem gebiedend
aankeek.
‘U mag met me meelopen,’ zegt ze, op een toon die geen tegenspraak duldde.
‘Waar gaan we naartoe?’ vraagt hij.
‘Naar uw eindbestemming. Wat dacht u anders,’ zegt ze.
Ze neemt hem mee een paar lange schaarsverlichte gangen door, waarna ze bij een deur
komen die toegang geeft tot een ruimte die wat wegheeft van een medische behandelkamer.
Ze duwt hem naar binnen zonder verder iets te zeggen. Hij wordt minzaam begroet door twee
verpleegsters, althans daar hebben ze wel iets van, een blonde en een donkere, die hem
blijkbaar al verwachten.
‘Kleedt u zich maar even uit,’ zegt de donkerharige.
‘Helemaal?’ Hij voelde zich enigszins gegeneerd.
‘Dat is wel de bedoeling,’ zegt ze, op vlakke toon.
‘Gaat u daar maar even liggen,’ zegt de blonde, nadat hij zich had uitgekleed, op een met wit
plastic bekleed bankje wijzend.
Wat hij dus maar deed. Het plastic voelde koud en klam aan.
De donkerharige verpleegster bindt hem vervolgens aan het bankje vast met een dikke leren
riem.
‘Extractietang 13,’ hoort hij de blonde vervolgens zeggen. Waarna ze een voor een zijn nagels
begint uit te trekken. Wat niet bepaald een pretje was.
‘Mag ik misschien een verdoving?’ vraagt hij, tussen twee nagels door.
‘Daar doen we hier niet aan,’ zegt ze, ‘het duurt bovendien niet lang en het is vooral bedoeld