Page 29 - Vrolijke verhalen voor het slapengaan, inkijkexemplaar
P. 29

‘Zeg dat dan meteen,’ moppert ze. ‘Kan het contant of moet ik pinnen.’
               ‘Wat u maar wilt.’
               Waarop ze haar een briefje van twintig euro overhandigt en vijf cent terugkrijgt.’
               ‘Heeft u een klantenkaart?’
               ‘Ja, maar niet van hier. Is dat erg?’
               ‘Helemaal niet. Dan is het zo goed. Dan wens ik u beiden verder een prettige dag.’
               Weer in het tehuis doet tante Mien het ding meteen aan en daaroverheen weer haar gewone
               kleren. Zodat ze het kledingstuk alvast een beetje kan inlopen. Ze voelt zich nu ineens
               minstens tien jaar jonger. Goed dat ze toch haar eigen zin had gedaan. Als ze naar Miep had
               geluisterd liep ze nou vast in een soort van zwemjurk. En dan waarschijnlijk ook nog eens met
               zonder afneembare bandjes. Dat was allemaal niks voor haar. Op het strand moest je juist een
               beetje luchtig gekleed zijn. Bovendien, voor haar leeftijd zag ze er nog best goed uit. Vond ze
               zelf tenminste. En haar twee kleindochters had ze laatst ook in zo’n soort badpak gezien. Die
               werkten allebei als model, daar kon ze dus mooi een voorbeeld aan nemen. Ze bekijkt zichzelf
               eens goed in de spiegel en knikt goedkeurend. Dat kon d’r best nog mee door. Niks mis mee.
               Dan gaan ze naar het strand. Waar tante Mien een geweldig succes blijkt te zijn. Twee dikke
               Duitsers, Johann en Sebastian, graven meteen vol overgave een kuil voor haar. Waarin ze haar
               met zwier en hoffelijke gebaren uitnodigen. Waarna ze verdwijnen. Om even later terug te
               komen met een lading bier en saucijzenbroodjes. Allengs schuiven er meer dikke mannen aan.
               En iedereen neemt wat mee. Variërend van witte wijn en champagne tot flensjes en
               bitterballen. Een van hen heeft bovendien een gettoblaster bij zich, die al spoedig Weense
               dansmuziek ten gehore brengt. De een na de ander vragen ze haar nu ten dans en al spoedig
               hebben ze een grote kring strandgasten om zich heen verzameld die hen enthousiast en vooral
               ook zeer luidruchtig aanmoedigen. Voor de andere dames is geen enkele belangstelling, dus
               zitten die er maar zo’n beetje bij. Miep voelt zich in haar zwarte corrigerende badpak nu
               ineens erg aangekleed en benijdt haar vriendin om haar eigengereide keuze. Nou ja, eigen
               schuld ook, denkt ze, had ze maar wijzer moeten wezen. Bovendien, zo vraagt ze zich af, of
               ze het zelf wel zou hebben aangedurfd. Want het was toch wel een beetje, eh… Nou ja.
               Natuurlijk gaan ze op een gegeven moment de zee in. Tegelijk met een hele menigte. Een half
               uur lang zwemmen en dobberen ze wat rond, spelen wat met een grote gekleurde strandbal,
               zitten elkaar achterna en spetteren elkaar nat. Dat waren ze uiteraard al, maar dat mocht de
               pret niet drukken. Terug in de kuil wrijven Johann en Sebastian tante Mien stevig droog met
               een kingsize formaat badhanddoek. Waarna ze zich opnieuw tegoed doen aan een keur van
               lekkere hapjes en drankjes. De andere dames zijn hierbij nu ook van de partij. Al blijft tante
               Mien de grote ster. Opnieuw gaat nu de muziek aan. En wordt er meegezongen zodra er een
               lied ten gehore wordt gebracht dat op een of ander manier bekend voorkomt. De tekst doet er
               niet zoveel toe en de drank doet de rest. Vervolgens gaat iedereen die nog enigszins op zijn
               benen kan staan in polonaise het strand over. Tot vermaak van de rest. Miep en de andere
               dames zijn blij als ze weer zitten. Ze vonden het allemaal reuzegezellig, maar wel een beetje
               vermoeiend. Ze waren per slot geen twintig meer.
               Tegen zonsondergang keert de rust terug. Er worden nog wat drankjes genuttigd, terwijl
               Johann en Sebastian in gesprek zijn geraakt met een paar eveneens oudere badgasten. Half in
               het Duits en half in het Nederlands vertellen ze hun dat ze oorspronkelijk uit Leipzig kwamen,
               waar ze buurjongens waren. Later zijn ze allebei naar het westen verhuisd, maar waren altijd
   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34