Page 32 - Vrolijke verhalen voor het slapengaan, inkijkexemplaar
P. 32

Transcendente Meditatie en Haptonomie hadden eerder immers ook al niets opgeleverd. Net
               zomin als Hypnose, Bach Bloesems, Chakratherapie, Babyfluisteren, Kleurenpunctuur,
               Wichelroedelopen en Chinese Massage. In ieder geval had hij dit nu tenminste ook
               geprobeerd. En was het nu gewoon een kwestie van rustig afwachten. Er was geen haast bij.
               Hij had immers de tijd.
               Die nacht gaat hij toch maar weer op pad. Dit keer uiteraard zonder mensen van hun bloed te
               ontdoen. Waardoor hij zich alleen maar stierlijk loopt te vervelen. Terwijl er toch heel wat
               veelbelovende nekjes langskwamen. Maar ja, zonder zijn hoektanden kon hij daar eigenlijk
               niks mee. Hij kon er natuurlijk eentje meenemen en die dan thuis zolang in de koelkast
               bewaren. En het bloed er dan op een andere manier uithalen. En dit dan uit een glaasje
               drinken of zo. Maar nee, daar was hij per slot geen vampier voor. Bloed was er om direct uit
               het vat te worden gedronken. En anders maar even niet. Hij had wel vaker tijden meegemaakt
               dat er weinig voorhanden was geweest. Dus dat zou hij ook nu wel weer overleven. En het
               was immers de bedoeling om nu eindelijk eens een serieuze poging te doen om af te kicken.
               Dan moest hij nu wel even doorzetten. Anders kwam er weer niks van terecht. Zo moeilijk
               kon het toch niet zijn. Jawel, deze keer zou het hem zeker lukken.
               Zo gaat het een aantal nachten achtereen. En valt het leven hem steeds zwaarder. Hij is ook
               steeds vaker moe na zijn uitstapjes. En begint te vermoeden dat dit misschien wel wijst op een
               begin van bloedarmoede. Wat natuurlijk geen wonder mag heten. Hij voedt zich nu immers
               voornamelijk met uien, knödel, zuurkool en bloedworst. En af en toe een plakje kaas. Bij
               gebrek aan beter. Maar ja, wat moest hij anders. En hij spoelde het allemaal maar weg met
               een paar glazen Roemeense rode wijn. Waarvan hij altijd een voorraadje in de kelder had
               staan. Voor goede en voor slechte tijden.
               De volgende paar nachten dwaalt hij wat doelloos rond in de rosse buurt. Alleen maar kijken,
               kijken en niet bijten. Niet erg bevredigend voor een vampier, maar toch altijd beter dan niets.
               Had hij zijn tanden niet beter kunnen houden? Nee, nee, nou niet gaan zeuren. Gewoon
               volhouden. Sterk zijn. Niet versagen. Hij stamde immers uit een oud geslacht van doorzetters.
               Stel ze dan ook niet teleur. Zo probeert hij zichzelf steeds opnieuw op te peppen. Wat
               evenwel niet erg wil lukken. Waar hij dan ook weer moe van wordt. Zouden de jaren dan toch
               gaan tellen? Onzin, zo oud was hij nog niet. Het zou wel weer goed komen. Moed houden.
               Blik op oneindig en verstand op nul. Of was het net omgekeerd? Nou ja, deed er ook niet toe.
               En de nacht was nog lang. Laat hij daar dan tenminste zoveel mogelijk van genieten. Maar
               ook dat wilde maar niet. Hij miste iets. Dat was wel duidelijk. Maar wacht eens even, ja-ha…
               Hij was plotseling op een idee gekomen. Een lumineus idee. Dat hij daar niet eerder op was
               gekomen. Natuurlijk, de bloedbank. Daar stond het toch maar zo’n beetje te verpieteren. En
               het was dan natuurlijk geen verse waar, maar wie daarop let is een kniesoor.
               Bij de bloedbank aangekomen loopt hij er eerst een paar maal omheen. Op zoek naar een
               ingang. Alle deuren waren echter op slot. Nou ja, dan maar via het dak. Waarop hij langs de
               regenpijp omhoogklimt en hij al gauw een lichtkoepel aantreft. Deze was natuurlijk ook
               gesloten, maar gelukkig had hij zijn sterke scherpe nagels nog. Nadat hij het ding had
               opengewerkt laat hij zich op de grond vallen. En sluipt hij de gangen door, daarbij gewoon
               zijn neus volgend. Wat een heerlijke geur hing daar toch. Dat was tenminste alvast wat. Enig
               verder spoor van bloed viel er echter niet te bespeuren. Wat was dat voor een bank. Zouden ze
               het ergens in een kluis hebben opgeborgen. Of zouden anderen hem voor zijn geweest. Hoe
   27   28   29   30   31   32   33   34