Page 6 - Algemene sinusfunctie asin(bx+c) +d
P. 6

GeoGebra in de derde graad



               7.2.5   De algemene sinusfunctie  y = a.sin(b.x + c) + d  met a > 0 en b > 0
                 Open het GeoGebra bestand asin(bx+c)+d.ggb
                    of via de link  https://www.geogebra.org/m/ecptmqcy
               Experimenteer met een aantal verschillende waarden van a, b, c en d door het verschuiven van de
               knoppen.
                                                                                   
                                                                                       +
                                                                    f x =
               Voorbeeld 1:  stel a = 3,  b = 2,  c =   = 1,57… en d = 1    ( ) 3.sin(2x +  ) 1
                                                2                                    2
























               Indien a < 0 dan geldt kan men vooreerst de formule – sin(x) = sin(x + ) toepassen waardoor de
               coëfficiënt positief wordt.
                                           π
               Voorbeeld 2:   y =  -5.sin(2x +   ) + 4
                                           2
                                                                 π                      3.π
               We werken vooreerst het minteken weg  y = 5.sin(2x +    + )  +  4 = 5.sin(2x +   )  +  4
                                                                 2                       2

                                                                 3.π
                                                                                 y = 5.sin[2(x +  )] +  4
                                                                  4

               Algemeen besluit

                                                     c
               f(x) = a.sin(b.x + c ) =  a.sin[b(x +  )]  + d  met a > 0 en b > 0                                     t
                                                     b                                                             e
                                                                                                                   n
               De coëfficiënt a bepaalt de amplitude.                                                              .
                                                                           2.π                                     o
               De coëfficiënt b noemt men de pulsatie en bepaalt de periode  p =   .                               l
                                                                            b                                      e
                                                                                                                   h
               Het getal c noemt men het faseverschil en dit bepaalt de horizontale verschuiving van (0 , 0)       t
                       c -                                                                                         a
               naar  (   , 0 ).                                                                                    m
                      b                                                                                            .
               Het getal d tenslotte bepaalt de verticale verschuiving naar (0 , d).                               w
                                                                                                                   w
                                                                          c -
               Beide getallen c en d bepalen een verschuiving van (0 , 0) naar (   , d ).                          w
                                                                         b



               © 2024  Ivan De Winne                                          ivan@mathelo.net                                                          6
   1   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11