Page 15 - HS 2 Statistiek frequentietabellen
P. 15

Statistiek in de tweede graad































                   •  Bereken het verschil tussen de grootste waarde 96 en de kleinste waarde 42; in  dit
                      geval 96 – 42 = 54. Men noemt dit ook de variatiebreedte.
                   •  Kies een overzichtelijk aantal klassen gelegen tussen 10 en 15.

                   •  Als vuistregel voor het aantal klassen, neemt men soms de vierkantswortel uit het
                      aantal gegevens. √220 ≅ 14,85
                   •  Kies als klassenbreedte een afgerond getal; in dit geval 4 of 5.

                   •  Kies voor de ondergrens van de eerste klasse een getal kleiner dat het minimum en
                      mooi afgerond; in dit geval 40.

                   •  Analoog voor de bovengrens van de laatste klasse, zou je 100 kunnen nemen.
                   •  Kies voor de ondergrens van de eerste klasse een getal kleiner dat het
                      minimum en mooi afgerond; in dit geval 40. Analoog voor de bovengrens
                      van de laatste klasse, zou je 100 kunnen nemen.
               Bij de keuze van een indeling in 12 klassen bekomt men als klassenbreedte 60/12 = 5.

               De eerste klasse is dan het interval [40,45[ en de laatste klassen is het interval [95,100[

               Men zou ook een indeling in 14 klassen met klassenbreedte 4 kunnen nemen.
               De eerste klasse is dan het interval [40,44[ en de laatste klasse [92,96]  GESLOTEN

                                                                                                                   t
               Er is in dat geval geen klasse [96,100[ omdat er slechts één gegeven van de 220 is met waarde 96 en het   e
               weinig zinvol is om nog een extra klasse [96,100[ te maken.                                         n
                                                                                                                   .
                                                                                                                   o
               OPMERKING                                                                                           l
                                                                                                                   e
               Omdat de gegevens (data) worden gegroepeerd in klassen gaat een deel van de oorspronkelijke         h
               informatie verloren. Meestal wordt elke klasse vertegenwoordigd door het klassenmidden.             t
                                                                                                                   a
                                                                                                                   m
               Dit klassenmidden zal later van groot belang zijn bij het berekenen van de centrumgetallen zoals het   .
               gemiddelde en ook de spreidingsgetallen zoals de standaardafwijking.                                w
                                                                                                                   w
               Tellen van de gegevens en indeling in klassen met Excel                                             w

               De gegevens bevinden zich in de cellen A1 tot en met K20.

               © 2021 Ivan De Winne                 ivan@mathelo.net                                      14
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20