Page 30 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 30
welke ambtenaren tot de Inlandse bestuursdienst [met name ka-
bopaten Pangrehpradja] behoren, zwijgt de pranatan over de
overige diensten.
Dat een in overleg met de Resident ( = Gouverneur) tot
stand gekomen pranatan van het Mangkoenagaranse Zelfbestuur
slechts belangstelling heeft voor de groep der bestuursambtena
ren is te verklaren uit het feit, dat bij Staatsblad 1903 no. 8
art. 2 § II slechts bepaald wordt wie als regenten, districthoofden
en andere Inlandse hoofden in de Vorstenlanden moeten worden
beschouwd voor de gelding van het bij dat staatsblad toepasse
lijk verklaarde Reglement op de Rechtelijke Organisatie en het
beleid der Justitie in Nederl. Indië n.1. de in overeenstemming
met het Hoofd van gewestelijk bestuur als zodanig door of van
wege het Inl. Vorstenbestuur aangestelde politie hoofden (lees
bestuursambtenaren).
Dit is maar goed ook, want anders zou het Inl. Vorstenbe
stuur ook in de andere ambtenaren-organisatie, zoals b. v. bij het
Centraal Bestuur, de Paleisdienst etc. gebonden zijn. Zoals het
nu is, kan het Inl. Vorstenbestuur deze diensten naar eigen in
zicht doen bezetten en regelen, mits het maar binnen de begroo
ting blijft m. a .w. zorgt het Mangkoenagaranse Zelfbestuur than
geheel vrij voor de benoeming, het ontslag etc. der ambtenaren
van de overige dan de bestuursdienst bovengenoemd. In de prac-
tijk volgt men hierbij echter ook dezelfde pranatan van Rijks
blad 1925 no. 16, met dit verschil dat daarbij geen overleg wordt
gepleegd met het Europees bestuur.
Het Zelfbestuur is alweer gebonden t. a. v. de benoeming
der Europese ambtenaren, die geen zuivere Mangkoenagaranse
ambten bezetten dan wel door het Gouvernement ter beschikking
van het Zelfbestuur zijn gesteld, zooals aanvankelijk de Zelfbe
stuursaccountant, het Hoofd van de Holl. Inl. School, en de Inspec
teurder TechnischeZelfbestuursdiensten(laatstelijk ook de adj. Iand-
bouwconsulent, die de landbouwkundige vakken bij het Siswarinion-
derwijs geeft); t. a. v. de benoeming van de Eur. Superintendent
der Mangkoenagarase Zaken (overeenkomstig Gb. ddo. 9 Oct.
1928 no. 13, opgenomen in Rijksblad 1930 no. 6 art. 1) en
t. a. v. de benoeming van de Inspecteur en adj. Inspecteur van
het Marktwezen (volgens Rijksblad 1918 no. 9 art. 28.)
De onderscheiding van Mangkoenagaranse of geen Mangkoe
nagaranse ambten wordt bepaald door het al of niet voorkomen
24