Page 126 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 126
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 126
de hand van de structuur van een dergelijke schedel en internatio-
naal vastgelegde tabellen, kun je een gezicht min of meer recon-
strueren. Je ziet de wenkbrauwlijn, de kaaklijn, de jukbeenderen...
Ik zag de anderen vol verwachting in mijn richting kijken. De
Cel Vermiste Personen zat met de handen in het haar. Ze had
alle lijstjes afgelopen, maar niets wees in de verste verte op deze
dame. De speurders begrepen het niet. De wetsgeneesheer dacht
dat deze vrouw maar een paar maanden in het water had gele-
gen. Ik had daar mijn twijfels bij. Modder is een bijzonder goed
conserveringsmiddel en het lichaam was bij de baggerwerken,
net bedoeld om de onderliggende modderlaag te verwijderen,
naar boven gekomen. Het DVI had bijzonder weinig om mee te
werken. Zelfs geen vingerafdruk. Het DVI is nochtans expert in
het nemen van vingerafdrukken. Je kunt je niet voorstellen hoe
weinig echte experts nodig hebben om ergens een werkbare af-
druk van te kunnen nemen. Zelfs bij een lichaam dat in het
water heeft gelegen. Bij een ‘water’lichaam laat de huid los. De
leden van het DVI hebben er geen probleem mee om die losse
vingerhuid als een handschoen over hun eigen vingers te trek-
ken om zo een goede vingerafdruk te nemen. Alleen was er van
de handen van ‘onze’ dame geen huid meer over. Alles was ver-
zeept, het enige wat nog herkenbaar was overgebleven, waren de
vingerkootjes. Maar daar doe je niet veel mee.
Op een dergelijk moment, met al die mensen rond dat ene li-
chaam, heb je een groot gevoel van verbondenheid. We zijn er
allemaal met maar één doel: deze vrouw opnieuw aan haar fa-
milie geven, proberen om haar laatste uren te reconstrueren en
antwoorden te geven daar waar misschien al zo lang alleen maar
vragen bestonden.
Joan De Winne vroeg me of ik ergens een mogelijkheid zag
om dit slachtoffer ‘tot leven’ te brengen. Ik begreep dat wij, als
forensisch tekenaars, hier weleens de laatste hoop konden zijn.
Meteen stond ik voor een ethische vraag. Ja, ik zag het zitten en
126