Page 207 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 207

DVI  16-10-2007  09:42  Pagina 207







                               voldoende  DNA  is  vrijgekomen,  kunnen  we  starten  met  de  op-
                               zuivering van het DNA. Vanaf dat moment zitten we eigenlijk in
                               het  ijle  te  werken.  In  het  proefbuisje  met  DNA  zie  je  met  het
                               blote oog namelijk helemaal niets liggen.
                                  De  volgende  stap  is  het  kwantificeren  van  het  DNA.  Daarbij
                               komen we te weten of we erin geslaagd zijn om DNA af te zon-
                               deren uit de beenderen en of we wel voldoende DNA zullen heb-
                               ben voor een identificatie. Het voordeel van de methode die wij
                               gebruiken is dat ze ons niet alleen vertelt of we al dan niet DNA
                               hebben  afgezonderd,  maar  dat  we  bovendien  zeker  zijn  dat  het
                               om een menselijk DNA gaat en niet om DNA van nog eventueel
                               contaminerend – besmet – DNA van niet-menselijke oorsprong.
                               Als  we  er  zeker  van  zijn  dat  we  menselijk  DNA  hebben  gevon-
                               den, geeft dat toch al wat meer zekerheid dat we er misschien in
                               zullen slagen om er een profiel van op te stellen.
                                  De  eigenlijke  analyse  van  het  DNA  is  de  laatste  stap.  Er  be-
                               staan  twee  types  DNA:  het  mitochondriaal  DNA  en  het  kern-
                               DNA. Dat laatste zit, zoals het woord zegt, in de kern van de cel.
                               Je krijgt het van je vader en je moeder. Het kern-DNA is voor el-
                               ke mens enig en uniek. Alleen eeneiige tweelingen hebben exact
                               hetzelfde  kern-DNA.  Met  mitochondriaal  DNA  is  het  anders.
                               Dat zit in de mitochondriën en wordt alleen via de moeder over-
                               geërfd.  Dat  wil  zeggen  dat  alle  afstammelingen  in  dezelfde  ma-
                               ternale  familielijn  hetzelfde  mitochondriaal  DNA  hebben.  De
                               kinderen  van  de  zussen  van  je  moeder  zullen  dus  hetzelfde  mi-
                               tochondriaal DNA hebben als jijzelf.
                                  Bij  identificatie  van  stoffelijke  resten  proberen  we  van  beide
                               soorten DNA – zowel kern-DNA als mitochondriaal DNA – een
                               profiel  op  te  stellen.  Voor  de  twee  types  analyses  kunnen  we  de
                               resultaten  vervolgens  vergelijken  met  het  DNA  van  de  familie.
                               Het kern-DNA wordt bij voorkeur vergeleken met afstammelin-
                               gen  in  rechte  lijn:  kinderen  met  hun  biologische  ouders,  een
                               vader respectievelijk een moeder met zijn of haar kind(eren) en



                                                           207
   202   203   204   205   206   207   208   209   210   211   212