Page 204 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 204

DVI  16-10-2007  09:42  Pagina 204







                               deze zaak nu opgelost was, dat er een antwoord was gekomen op
                               die ene vraag. Maar tegelijk was ik me er ook van bewust dat, via
                               dit  onderzoek,  de  ouders  slecht  nieuws  zouden  krijgen.  De  tijd
                               van hopen was voor hen voorbij.
                                  We  hebben  de  resultaten  aan  het  DVI  meegedeeld.  Wat  wij
                               hadden gevonden, werd trouwens bevestigd door het onderzoek
                               van het laboratorium van professor Cassiman. Dat was tot exact
                               hetzelfde  resultaat  gekomen.  De  families  hadden  nog  wat  extra
                               vragen. Samen met het Leuvense labo en het DVI, hebben wij de
                               families  te  woord  gestaan.  Dat  gebeurde  op  de  Federale  Over-
                               heidsdienst  (FOD)  Buitenlandse  Zaken  die  verantwoordelijk  is
                               voor de algemene coördinatie wanneer een Belg in het buitenland
                               overlijdt. De bedoeling van de vergadering was om antwoord te
                               geven  op  alle  vragen  die  de  families  nog  mochten  hebben  be-
                               treffende  de  identificatie.  Het  gebeurt  uiterst  zelden  dat  wij  dit
                               doen, ook omdat de dossiers waarmee wij werken bijna allemaal
                               criminele  zaken  zijn  en  deel  uitmaken  van  een  lopend  onder-
                               zoek. Het is pas op de rechtbank als het proces voorkomt en als
                               we  als  getuigen  gevraagd  worden  dat  we  voor  de  eerste  keer  ge-
                               confronteerd worden met de mensen achter de feiten.
                                  Ditmaal hebben we precies geweten wat ons onderzoek heeft
                               bijgedragen  tot  het  hele  dossier.  Vaak  weten  we  dat  niet.  Soms
                               gebeurt het wel dat wij DNA-sporen moeten onderzoeken in een
                               criminele daad en dat later een verdachte opduikt van wie we het
                               DNA  moeten  nagaan  om  dan,  aan  het  einde  van  de  rit,  vast  te
                               kunnen stellen dat beide DNA-profileringen overeenkomen of
                               net  niet.  Het  is  namelijk  even  belangrijk  om  een  verdachte  te
                               identificeren als de echte dader als om de onschuld van een on-
                               terechte verdachte te bewijzen. Maar vaak hebben we dat ‘geluk’
                               niet. Dan doen wij de analyse van de sporen en wordt de analyse
                               van de verdachte toevallig aan een ander labo toegewezen. Jam-
                               mer, want feedback is, naast het gegeven dat je meehelpt om mis-
                               drijven op te lossen, een belangrijke motivatie, zeker voor de la-



                                                           204
   199   200   201   202   203   204   205   206   207   208   209