Page 27 - 2020-2021 cursus VPK hemodynamische definitief
P. 27
2. Observatie van patiënten in shock
2.1 Definitie
Shock is een klinische toestand waarbij de bloedflow naar de perifere weefsels van het lichaam acuut
vermindert. Door het falen van de bloedcirculatie wordt de celmetabolisatie verstoord (Vincent,
Abraham, Kochanek, Moore, & Fink, 2011). Hierdoor komen de vitale functies van het lichaam in het
gedrang. Deze toestand kan ontstaan als gevolg van een acute vermindering van het hartdebiet (HD),
een vermindering van het effectief circulerend bloedvolume, en/of een abnormale distributie van de
perifere bloedflow. De shocktoestand is meestal geassocieerd met klinische tekens van verminderde
perifere circulatie, verlaagde bloeddruk, hyperventilatie, verminderde urineproductie en gedaald en/of
gewijzigd bewustzijn (Griffiths, Cordingley, & Price, 2010).
2.2 Soorten shock en symptomen
2.2.1 De laaghartdebiet shock
Bij een laaghartdebiet shock is de hoeveelheid circulerend bloed onvoldoende om een optimale
weefselperfusie te garanderen. Een verlaagd HD en de systemische hypoperfusie leiden tot cellulair
zuurstoftekort.
• Hypovolemische shock
Wordt veroorzaakt door een verlies aan circulerend volume en/of onvoldoende circulerend
bloed in de bloedvaten. Er is sprake van hypotensie en shock. Het verlies aan circulerend
volume onderscheiden we in twee klassen:
o Exogeen
▪ Uitwendige bloeding. Bv: polytrauma, arteriële bloeding, etc.
▪ 2 en 3 graad brandwonden gepaard gaande met plasmaverlies.
de
de
▪ Dehydratatie en diarree gepaard gaande met elektrolytenverlies.