Page 37 - 2020-2021 cursus VPK hemodynamische definitief
P. 37

Zorgvragers  met  ernstige  comorbiditeit  (COPD,  ARDS,  etc.)  zal  een  Hb  >10  gr/dl  beoogd
                      worden.
                   •   Kristalloïden:
                              ▪   Glucose 5%: Het toedienen van 1 liter glucose 5% I.V. leidt tot een intravasculaire
                                 nettowinst van 85 ml. Een slechte keuze bij hypovolemie!
                              ▪   NaCl 0,9%: Het toedienen van 1 liter NaCl 0,9% I.V. leidt tot een intravasculaire
                                 nettowinst van 275 ml. Veelal tweede keuze om acute hypovolemie te corrigeren.
                              ▪   Hartmann – ringerlactaat: Het toedienen van 1 liter Hartmann - ringerlactaat I.V.
                                 leidt  tot  een  intravasculaire  nettowinst  van  330  ml.  Dit  infuus  is  niet  op  alle
                                 verpleegafdelingen beschikbaar. Desalniettemin een heel goede  keuze  om acute
                                 hypovolemie te corrigeren.
                   •   Colloïden:
                              ▪   Zetmeeloplossing (Volulyte  6%): Het toedienen van 1000 ml Volulyte  leidt tot
                                                           ®
                                                                                                 ®
                                 een intravasculaire winst van 1500 ml. Deze colloïdale oplossing heeft een sterk
                                 oncotisch  effect  waardoor  het  ook  vocht  van  de  interstitiële  ruimte  naar  de
                                 bloedbaan trekt. Veelal de eerste keuze om hypovolemie te corrigeren!
                              ▪   Gelatineoplossing (Geloplasma ): Het toedienen van 1000 ml Geloplasma  leidt
                                                              ®
                                                                                                    ®
                                 tot een intravasculaire winst van 1500 ml. Deze colloïdale oplossing heeft een sterk
                                 oncotisch  effect  waardoor  het  ook  vocht  van  de  interstitiële  ruimte  naar  de
                                 bloedbaan aanzuigt. Wordt minder frequent gebruikt, maar een goede keuze om
                                 acute  hypovolemie  te  corrigeren.  Om  renale  overbelasting  te  voorkomen  zal  er
                                 maximaal 1 liter van deze colloïdale oplossing toegediend worden.
                              ▪   Albumine 20% (100ml): Het toedienen van deze 100 ml Albumine 20% leidt tot een
                                 intravasculaire  winst  van  300  ml.  Deze  colloïdale  oplossing  heeft  een  sterk
                                 oncotisch  effect  waardoor  het  ook  vocht  van  de  interstitiële  ruimte  naar  de
                                 bloedbaan trekt. Dit is het meest expanderende colloïdale oplossing, maar ook het
                                 duurste product. Niet de eerste keuze bij acute hypotensie.

               Bij vochtsubstitutie zal de arts altijd rekening houden met het type vochtverlies. Zo is het toedienen van
               500 ml NaCl 0,9% aan een zorgvrager met cardiale problemen niet aangewezen. Na cardiochirurgie
                                   ®
               wordt  enkel  Volulyte   6%  en  albumine  gegeven,  vervolgens  zal  er  bij  stollingsstoornissen  plasma
               toegediend worden. Om dilutie coagulopathie te voorkomen zal steeds 1 unit plasma per 3-4 units ECL
               worden toegediend.


               De tijd dat deze substitutievloeistoffen in de bloedbaan blijven hangt af dan de initiële vullingstoestand,
               nier-, hartfunctie, al dan niet in sepsis etc. Zorgvragers in sepsis zullen veelal intravasculaire lekkage
               vertonen  waardoor  grotere  vullingsvolumes  noodzakelijk  zullen  zijn  om  een  adequate  circulatie  te
               kunnen bekomen (Vincent et al., 2011).

               Bij de anafylactische shock zijn het toedienen van adrenaline, corticosteroïden en antihistamine naast
               een adequate vochtsubstitutie essentiële behandelingspeilers. Adrenaline wordt in dosissen van 50 tot
               100 µg via I.V. bolus toegediend tot hemodynamisch antwoord (Paw & Shulman, 2010).

               2.3.2.3. Correctie van extracellulaire overload
               Bij  ernstig  zieke  zorgvragers  zal  het  de  samenstelling  van  het  intravasculaire  en  interstitiële
               vochtvolume verstoord zijn. Hierdoor wordt het vocht verdeeld in ongekende gebieden. Hierbij zullen
   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42