Page 4 - HS 6 Binomilae verdeling
P. 4

Combinatieleer, kansrekening en verklarende statistiek


                            10    1  5  5  5
                 (   = 5) = (  ) ∙ ( ) ∙ ( ) = 0,0130238102042
                             5    6     6
                            10    1  6  5  4
                 (   = 6) = (  ) ∙ ( ) ∙ ( ) = 0,002170635034
                             6    6     6
                            10    1  7  5  3
                 (   = 7) = (  ) ∙ ( ) ∙ ( ) = 0,0002480725753
                             7    6     6
                            10    1  8  5  2
                 (   = 8) = (  ) ∙ ( ) ∙ ( ) = 0,0000186054431
                             8    6     6
                            10    1  9  5  1
                 (   = 9) = (  ) ∙ ( ) ∙ ( ) = 0,0000008269086
                             9    6     6
                             10    1  10  5  0
                 (   = 10) = (  ) ∙ ( )  ∙ ( ) = 0.0000000165382
                             10    6      6
               De kans op 10 keer succes voor het gooien van een 6 bij het 10 keer gooien van de dobbelsteen is uiterst
               klein maar niet onbestaande.
               Deze kansverdeling kan je ook grafisch voorstellen met histogrammen.



























               6.2.2  Een tweede voorbeeld: kleurenblindheid

               Kleurenblindheid komt voor bij ongeveer 8% van de westerse mannen. Aan het uiterlijk van een
               westerse man kan je niet zien of hij kleurenblind is of niet.

               Hierbij is   (                        ) = 0,08

               Hierbij is   (                                      ) = 0,92                                        t
                                                                                                                   e
               De mogelijke antwoorden die je aan een willekeurige westerse man op de vraag “of hij kleurenblind is of   n
                                                                                                                   .
               niet” kan krijgen zijn “neen” of “ja”.                                                              o
                                                                                                                   l
               Je doet dan een Bernouilli kansexperiment met precies twee uitkomsten: "neen, is niet kleurenblind" of   e
                                                                                                                   h
               "ja, is wel kleurenblind". Dit is een Bernoulli kansexperiment.                                     t
                                                                                                                   a
               De kansverdeling geeft volgend resultaat.                                                           m
                                                                                                                   .
                     X           0         1                                                                       w

                  P(X = x)      0,92     0,08                                                                      w
                                                                                                                   w




               © 2024 Ivan De Winne                                          ivan@mathelo.net                                                          4
   1   2   3   4   5   6   7   8   9