Page 108 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 108

57.  De  grenzen  van  het  grondgebied.
                  Deze  zijn  bij  overeenkomsten  met  de  naburige  Zelfbesturen
              en  onder  toezicht  van  het  Ned.  Ind.  Gouvernement  vastgesteld.
              Om  te  kunnen  werken  moeten  zulke  overeenkomsten  door  laatst
              genoemde  Gouvernement  goedgekeurd  en  bevestigd  worden.
                  De  eerste  grensscheiding  vond  plaats  bij  Procesverbaal  van
              13  Mei  1831, ondertekend  door gemachtigden  van Mangkoenagara
              II  en  van  de  Sultan,  onder  toezicht  van  resident  J.F.W. van Nes.
                  Daarin  staat,  dat  64  djoeng')  der  zgn.  „erfdesa's"  uit  1757
              in  westelijk  Goenoeng  Kidoel  gelegen  tegen  60  djoeng  Djokjase
              desa's  in  Semboejan  werden  geruild,  ter  afzondering  van  Mang-
              koenagarans  gebied  aldaar;  één  enclave,  groot  6' 4  djoeng,  die
              het  tot  nu  toe  bestaande  landschap  Ngawèn  vormt,  is niet  bij de
              genoemde  gebiedsruil  betrokken.
                  De  andere  Mangkoenagaranse  gronden,  die  in  Mataraman en
              Goenoeng  Kidoel  lagen,  waren  reeds  door  res.  Nahuis  in  1820
              „gepacht"  evenals  die,  welke zich in  Kedoe  bevonden, „gehuurd"
              waren  door  Raffies  in  1812.
                  Genoemde  grensscheiding  werd  gevolgd  door  die  met  de
              Soenan  in  1905.  De  overeenkomst  is gedateerd  8 Juni 1905,  doch
              werd  gerekend  als  te  zijn  ingegaan  op  1  Besar  Dal  1831  = 11
              Maart  1902.  De  goedkeuring  gebeurde  bij  Gb.  ddo.  7  Augustus
              1905  no.  22.
                  Enige  desa's  en  padoekoehans,  geënclaveerd  in  het  Mang­
              koenagaranse  gebied, en  behorende  aan  de  Soenan  werden  daar­
              bij  om  bijzondere  redenen  van  de  gebiedsruiling  uitgesloten.  De
              rechten  der  Europese  en  Inlandse  opgezetenen  bleven  onverkort,
              evenals  de  bestaande  gebruiksrechten  op  het  irrigatiewater.
                  Ditzelfde  voorbehoud  vinden  we  ook  in  de  derde  grens-
              overeenkomst  van  1  December  1917,  goedgekeurd en bekrachtigd
              bij  Gb.  1  Juli  1918  no.  8.  Bij  deze  overeenkomst  verbinden  de
              Soesoehoenan  en  de  Pangeran  Adipati  Aria  Prangwadana  zich
              aan  elkaar  af  te  staan  ten  volle  en  zonder  enig  voorbehoud  alle
              in  de  daarbij  gevoegde  staten  en  kaart  genoemde  gronden,  alle
              gelegen  ter  gewestelijke  hoofdplaats  Soerakarta.  De  afstand  is
              om  niet.


              ')  Aldus  Rouffaer  pag. 23,  anders C.  L.  v.  d.  Berg  bij  de  Klerck  (E. S.)
              „De Java-oorlog  van  1825— 1820"  (1909)  pag. 277 — 278  en  de daarbij  be­
              horende  bijlage  Vlb.

              102
   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113