Page 112 - Het staatsrecht van het Mangkoenagarase Rijk
P. 112

communaal  bezit  afgestaan,  zulks  onder  voorbehoud,  dat door of
              vanwege  de  Vorst  op  de  wijze  bij  afzonderlijke  pranatan  te  re­
              gelen  ten  allen  tijde  beschikt  zou  kunnen  worden  over  zodanig
              gedeelte  dier  gronden  als  ter  beschikking  gesteld  zou  moeten
              worden  van  landbouwondernemers,  aan wie het  recht daarop door
              Hem  zou  zijn  verleend.
                   Overigens  konden  over  de  in  communaal  bezit  aan  de  ge­
              meenten  afgestane  gronden  slechts  beschikt  worden,  indien zulks
              door  het  algemeen  belang  gevorderd  werd.
                   Deze  sawahs,  tegals, erven  en  weidegronden moesten volgens
              in  die  pranatan  vastgestelde  regelen  verder  worden  uitgegeven.
                   Zodra  de  omstandigheden  het  toelieten,  werden de eventueel
              openvallende  pensioengronden  bestemd  voor de  vorming  van een
              gemeentekas.  Dit  behalve  wanneer  die  gronden nodig waren voor
              uitgifte  aan  desa-ingezetenen,  die  nog  geen  bouwgrond  hadden.
                   Inkomsten,  voortvloeiende  uit bij  de gemeente  in sequestratie
              gehouden  bouw-,  erf-  of  tuingronden  en  aanplantingen  werden
              in  de  gemeentekas  gestort.
                   Van  de  bezitters  van  bouwgrond  kon  de  gemeente  gemeen­
              tediensten  vorderen,  door  de  gemeenteleden  zelf  geregeld  op  de
              manier  als  voor  de  uitvoering  en  regeling  van  hetgeen  in  die
              pranatan  etc.  in  art.  12  werd  voorgeschreven.
                  In  dit  art.  12  van  genoemde  pranatan  staat,  dat voor  de uit­
              voering  en  regeling  van  hetgeen  in  deze  pranatan  vermeld  staat
              en  verder  voor  het  maken  van  desaregelingen  omtrent  de  ge­
              meentediensten,  de  rechten  op  de  oogsten  der  ambtsvelden  bij
              overlijden  of  ontslag  van  het  desahoofd  en  de  leden  van  het
              desabestuur  enz.  een  vergadering  van  alle  werkbare  mannen
              in  iedere  gemeente  belegd  moet  worden  en  wel  in  tegenwoor­
              digheid  van  het  betrokken  districtshoofd;  van  de  besluiten  van
              deze  vergadering  moet  dit  hoofd  een  proces-verbaal  opmaken,
              hetwelk  na  goedkeuring  door  de  Regent-Patih,  onmiddellijk  in
                             1
              werkkring  treedt ).

              60.  Aangezien  de  toestand  van  het  door  de  bovengenoemde
              Vorstenlandse  Agrarische  reorganisatie  verkregen  nieuw gronden-



              ')  Verder  leze  men  over  deze  Vorstenlandse agrarische  reorganisatie,  rd.
                  mr.  Soepomo's  proefschrift  „De  reorganisatie  van  het  agrarische stel­
                  sel  in  het  gewest  Soerakarta" ('s  Gravenhage 1927).

              106
   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117