Page 191 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 191

DVI  16-10-2007  09:42  Pagina 191







                               den – zelfs het kleinste flardje textiel – moest onaangeroerd blij-
                               ven. Als iemand ook maar iets zou zien, hoe onbetekenend ook,
                               dan  moest  hij  de  boel  stilleggen  en  het  labo  erbij  halen  om  het
                               op  sporen  te  onderzoeken.  Ook  als  dat  zou  betekenen  dat  we
                               maar een meter per dag zouden opschieten.
                                  Iedereen rond de tafel knikte bevestigend. Pas op, elke speur-
                               der die die naam verdient, weet hoe belangrijk het is dat sporen
                               onaangeroerd  blijven.  Elke  speurder  weet  hoe  gemakkelijk  een
                               bewijs  besmet  kan  worden.  Maar  elke  discipline  kijkt  met  zijn
                               eigen  gespecialiseerde  oog  naar  een  zaak  en  het  is  dan  ook  niet
                               meer dan menselijk dat sommige dingen over het hoofd worden
                               gezien.  Sporenonderzoek  is  zo’n  doorgedreven  specialiteit  dat
                               het ook om een speciaal team vraagt. Dat team zijn wij.
                                  Sommige speurders zien ons niet graag komen. Zelfs in films
                               zie  je  dat,  dus  onze  reputatie  is  universeel.  We  hebben  dat  voor
                               een  groot  deel  aan  onszelf  te  danken.  Heel  lang  was  het  labora-
                               torium van de gerechtelijke politie een gesloten eenheid. Wij kwa-
                               men en gingen, vaak zonder enig overleg, zonder enige briefing.
                               Die mentaliteit is gelukkig aan het veranderen. Dat komt omdat,
                               na de politiehervorming, ook speurders van onderzoekseenheden
                               bij de labo’s zijn ingedeeld.
                                  Ondertussen begonnen meer gegevens over Michel Fourniret
                               en  zijn  levenswandel  bekend  te  geraken.  Ook  laboranten  kijken
                               televisie  en  lezen  kranten  wat,  in  een  zaak  zoals  deze,  eigenlijk
                               geen  goed  idee  is.  Je  mag  nog  zo  professioneel  zijn,  als  je  met
                               mensen te maken hebt, dan kun je onmogelijk totaal ongevoelig
                               blijven.  Vraag  is  niet  of  je  er  iets  bij  mag  voelen,  dan  wel  wat  je
                               met  dat  gevoel  moet  doen.  Wij,  laboranten,  hebben  het  volgens
                               mij  dan  nog  gemakkelijker  dan  de  speurders  die  het  onderzoek
                               zelf  voeren.  Zij  komen  in  contact  met  mensen,  wij  eigenlijk  al-
                               leen met materiaal. Dat materiaal moeten wij doen spreken, wij
                               kunnen  ons  ongehinderd  concentreren  op  de  techniek.  Het
                               moment waarop het voor mij moeilijk wordt, is wanneer ik een



                                                           191
   186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196