Page 231 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 231

DVI  16-10-2007  09:42  Pagina 231







                               Denis  Fontaine  is  eigenlijk  begrafenisondernemer.  Zijn  fu-
                               nerarium  in  Charleroi  is  bijna  de  droom  van  elke  forensisch
                               anatoom-patholoog.  Het  is  volledig  ingericht  om  tegelijkertijd
                               zestien  lichamen  te  onderzoeken  en  het  heeft  een  volledig
                               ingerichte  autopsieruimte  met  een  afgescheiden  gedeelte
                               achter glas, waar speurders en onderzoeksrechters de autop-
                               sie kunnen volgen. Fontaine is uniek in zijn soort, al zijn er in
                               Vlaanderen  ook  wel  een  aantal  begrafenisondernemers  die
                               nauw samenwerken met de gerechtelijke instanties.





                               Ik  ben  geen  lid  van  het  DVI,  eigenlijk  heb  ik  zelfs  niets  met  het
                               DVI te maken. Maar toch voel ik mij met het team verbonden en
                               denk ik dat ik een hiaat in zijn werking kan helpen oplossen. Ik
                               ben  begrafenisondernemer,  zoon  van  een  begrafenisonderne-
                               mer  die  de  zaak  van  een  naamgenoot  heeft  overgenomen.  Die
                               had,  op  zijn  beurt,  de  begrafenisonderneming  van  zijn  vader
                               overgenomen.  Om  maar  even  te  zeggen  dat  onze  onderneming
                               nu precies 120 jaar onze naam draagt. Dat is lang.
                                  In 1972 ben  ik  geboren,  thuis  heb  ik  niets  anders  gekend  dan
                               gesprekken over doden en begrafenissen. Het heeft heel lang ge-
                               duurd  vooraleer  ik  doorhad  dat  dit  niet  meteen  het  eerste  ge-
                               spreksonderwerp aan tafel was bij andere gezinnen. Toen ik twaalf
                               was,  stierf  mijn  vader  aan  kanker.  Hoewel  ik  dagelijks  door  de
                               dood was omringd, was het voor mij de eerste keer dat de dood
                               mijzelf raakte. Mijn broer Benjamin en ikzelf hadden toen al de
                               eerste  kneepjes  van  het  vak  geleerd.  Mijn  moeder  zette  de  zaak
                               verder  tot  Benjamin  en  ik  uiteindelijk  besloten  om  samen  de
                               zaak-Fontaine over te nemen.
                                  Papa  werkte  vroeger  al  met  het  parket.  Als  er  ergens  een  do-
                               delijk ongeval was gebeurd, of er moest een dode in een woning
                               worden opgehaald, dan ging vader die wel halen. Wij mochten af



                                                           231
   226   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236