Page 263 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 263
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 263
ping zouden hebben gelogeerd. Ze begonnen bij de families van
de slachtoffers, namen contact met de huisarts en vroegen tand-
kaarten aan de tandarts van de familie. Een geluk bij een onge-
luk was misschien wel dat mensen toen echt nog een ‘huis’arts
hadden, die vaak jarenlang hetzelfde gezin volgde en de mensen
dus door en door kende. Op basis van alle informatie die het
home team te weten kwam, werden de ante-mortemgegevens
genoteerd.
Het away team vertrok naar Spanje. Daar werden alle licha-
men van de slachtoffers op één plaats samengebracht. Samen
met de Spaanse collega’s verzamelden de Belgische rijkswachters
de post-mortemgegevens. De identificatie verliep uitzonderlijk
moeilijk. Vele slachtoffers waren niet alleen gruwelijk verbrand,
maar ze hadden ook niets bij zich wat de identificatie kon verge-
makkelijken. Op een vakantieplaats zoals Los Alfaques bestond
de standaarduitrusting immers alleen uit een zwembroek en
slippers of sandalen.
In die moeilijke omstandigheden, zowel in België als in Spanje,
werden de fundamenten van het huidige DVI gelegd. Al was nie-
mand zich daar toen van bewust.
Ongevraagd, maar daarom niet minder gewild, werd België een
handje geholpen door Interpol. Die richtte twee jaar na de Los
Alfaquesramp een werkgroep op waaruit in 1986 het ‘Interpol
Permanent Comité voor Disaster Victim Identification’ is gegroeid.
Ieder jaar komen nu nog steeds op het secretariaat van Interpol
in Lyon de hoofden van identificatieteams, wetsgeneesheren,
tandartsen, antropologen en DNA-specialisten gedurende drie
dagen bijeen om ervaringen uit te wisselen en de procedures te
verbeteren.
België had van bij het begin een vertegenwoordiging in de
werkgroep. Het werd veel gemakkelijker om slachtoffers te iden-
tificeren omdat Interpol voor goed bestudeerde standaardfor-
263