Page 265 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 265
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 265
een mens gaan rouwen. Niemand kan leven met het idee dat een
lichaam dat begraven is, misschien niet dat van je geliefde is. Dat
je treurt bij een onbekende. Of dat er ergens nog een sprankje
hoop of geloof blijft bestaan dat een vermiste nog altijd leeft.
Onzekerheid is vaak nog erger dan de naakte, wrede feiten. Maar
er is ook een juridische kant. Nu is de wetgeving wel veranderd
waardoor vermiste personen veel sneller ‘dood’ worden ver-
klaard. Vroeger duurde dat 35 jaar; nu kan iemand die vermist is
en vermoedelijk dood na vijf jaar al als ‘overleden’ worden gere-
gistreerd. Maar ook vijf jaar is een lange termijn. Ondertussen
lopen betalingen verder, wordt een overlevingspensioen niet uit-
gereikt aan de weduwe en kan de achterblijvende niet scheiden
of huwen...
Het DVI heeft, door de jaren heen, in binnen- en buitenland een
goede reputatie verworven. Daardoor worden we steeds meer en
doelgerichter ingezet. De tijd waarin het DVI alleen werd opge-
roepen bij grote rampen, is voorbij. Het zou bovendien zonde
zijn om de expertise die we hebben ontwikkeld, alleen dán in te
zetten. Tegenwoordig komen we tussen in elke zaak waarbij
slachtoffers onherkenbaar verminkt of verbrand zijn, of in een
dergelijke staat van ontbinding verkeren dat het voor de lokale
politiediensten niet mogelijk is de persoon te identificeren. Ook
al gaat het maar om één slachtoffer. We mogen immers nooit
vergeten dat het voor de familieleden weinig uitmaakt of hun
geliefde om het leven is gekomen bij een grootschalig incident
met veel doden of bij een ‘banaal’ verkeersongeval waar slechts
één dode valt. Voor hen is het verlies van vader, moeder, zoon,
dochter of partner steeds een ramp. En ook zij hebben recht op
een snelle, wetenschappelijk onderbouwde identificatie en de
nodige nazorg.
265