Page 264 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 264
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 264
mulieren zorgde. Vanaf dat ogenblik werden in alle landen op
dezelfde manier de ante- en post-mortemgegevens verzameld.
Elke beschrijving van een slachtoffer gebeurde vanaf toen ge-
standaardiseerd: van de kruin tot de tenen, zowel uitwendig als
inwendig. Vier jaar later werden ook richtlijnen verspreid over
de organisatie en de procedures bij de identificatie van slacht-
offers van rampen. Er waren nu genoeg precedenten om de uit-
eindelijke stap te zetten. In november 1986 had de Belgische rijks-
wacht een eigen slachtofferidentificatieteam. Het DVI was een
feit.
‘L’hasard n’existe pas...’
Een paar maanden nadat alles theoretisch op papier werd gezet,
kapseisde voor de kust van Zeebrugge The Herald of Free Enter-
prise. 6 maart 1987 werd voor België een zwarte dag in de zee-
vaartgeschiedenis. Voor het DVI was het meteen springen in het
diepe. De theorieën moesten in de praktijk worden omgezet. De
Belgen stonden echter niet alleen bij de identificatie van de bijna
tweehonderd slachtoffers. Ze kregen de hulp van Britse collega’s,
wetsdokters en tientallen andere hulpverleners. Uiteindelijk wer-
den 189 slachtoffers geïdentificeerd. Drie passagiers – onder wie
een baby’tje – zijn nog altijd vermist.
Een paar jaar na de ramp met The Herald of Free Enterprise,
in 1993, werd het DVI bij de toenmalige rijkswacht ingedeeld bij
de Speciale Eenheden. Na de omschakeling naar de federale
politie is dat niet anders geworden. Sinds 1 maart 2007 staan de
Speciale Eenheden rechtstreeks onder het gezag van de commis-
saris-generaal van de federale politie.
Sommige mensen begrijpen de hardnekkigheid waarmee we naar
de identiteit van een dode mens zoeken niet. Voor ons is er zowel
een humanitaire als een juridische motivatie. Nabestaanden
hebben zekerheid nodig om verder te kunnen leven. Pas dan kan
264