Page 271 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 271
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 271
Post-mortemgegevens
Op de plaats van het ongeval of de ramp zoekt de bergingsploeg
van het DVI naar stoffelijke overschotten en menselijke resten.
Deze krijgen een uniek nummer, worden gefotografeerd en
daarna in lijkenzakken gestopt. We brengen ze dan over naar het
mortuarium waar ze verder zullen worden onderzocht door de
wetsgeneesheer. De leden van het labo van de Technische en We-
tenschappelijke Politie nemen alle sporen van het lichaam op.
Zo kunnen ze hopelijk bewijsmateriaal aanvoeren dat kan wor-
den gebruikt bij de zoektocht naar de oorzaak van de ramp of
het incident. Indien mogelijk, nemen zij ook vingerafdrukken.
De lichamen worden daarna gefotografeerd, met röntgenstralen
doorgelicht en uitwendig beschreven door het DVI. Bij de exter-
ne en interne lijkschouwing verzamelt het DVI samen met de
wetsgeneesheren en de forensisch odontologen (tandartsen) alle
nuttige informatie die kan helpen bij de identificatie van de li-
chamen. Alle gegevens worden ingevuld op het rode post-mor-
tem-Interpolformulier.
De ante- en post-mortemgegevens worden met elkaar vergele-
ken. Is er een volledige match, dan kan het slachtoffer met stelli-
ge zekerheid worden geïdentificeerd.
Elementen die bijdragen tot een positieve identificatie zijn:
1. Gegevens verzameld door de politie: een gedetailleerde beschrij-
ving van de kleding, juwelen, tatoeages, piercings... Deze ele-
menten zijn bepalend, maar kunnen nooit doorslaggevend
zijn. Vingerafdrukken zijn dat wel.
2. Medico-legale gegevens: zowel uiterlijke als inwendige medische
gegevens kunnen elementen bijdragen. Het kan gaan om lit-
tekens, protheses, sporen van heelkundige ingrepen, hart- of
nierkwalen...
3. Antropologische gegevens: lengte, ras, leeftijd, geslacht, links-
271