Page 274 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 274
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 274
post-mortemgegevens blijven opgeslagen in de databank.
Necrosearch vindt niet alleen plaats bij individuele gevallen.
Het DVI is ook betrokken bij necrosearch-operaties in het bui-
tenland. Zo zijn we ingezet bij het onderzoek naar de massagra-
ven in Kosovo. Dat was op verzoek van het Internationaal Tribu-
naal voor Berechting van Oorlogsmisdaden in ex-Joegoslavië.
Om op een forensisch en wetenschappelijk verantwoorde ma-
nier aan necrosearch te doen, moeten we vier fases respecteren.
De laboratoria van de Technische en Wetenschappelijke Politie
zijn daarbij een onontbeerlijke partner.
1. Informatiegaring: voor er naar een lichaam wordt gezocht,
moeten we een zo volledig mogelijk beeld krijgen van het ge-
rechtelijk onderzoek, het slachtoffer, de eventuele verdach-
te(n) en de locatie die we moeten doorzoeken. We gebruiken
daarbij bij voorkeur foto’s en allerlei plannen (kadaster, kaar-
ten, nutsvoorzieningen...) Op die manier kunnen we nagaan
welke technieken en middelen we moeten inzetten. Als de si-
tuatie het toelaat, voeren we een eerste verkenning van het
terrein uit. Soms is dat niet mogelijk omdat bijvoorbeeld een
verdachte argwaan zou kunnen krijgen. Het is aan de magis-
traat die het dossier leidt om groen licht te geven.
2. Voorbereiding site: het terrein wordt afgebakend en we duiden
parkeer- en looppaden aan. Het terrein en/of de gebouwen
worden vervolgens in kaart gebracht. We delen op een plan
het terrein in genummerde sectoren onder. Die leggen we op
foto of video vast. Als we moeten beslissen om een heel ge-
bouw te ontruimen, dan wordt de inhoud heel nauwkeurig
geïnventariseerd en in containers opgeslagen. Soms is het no-
dig om een terrein ‘blank’ te maken, te ontdoen van vegetatie.
Dat gebeurt dan door de Civiele Bescherming.
3. Prospectie: Voor we aan het werk gaan, moeten we het terrein
274