Page 273 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 273
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 273
tificatie hebben, kunnen we overgaan tot het inwinnen van ante-
mortemgegevens om zo het slachtoffer onomstotelijk te identifi-
ceren.
Tien jaar necrosearch
Bij necrosearch worden begraven of verborgen slachtoffers van
moord of doodslag gelokaliseerd en op een archeologisch verant-
woorde manier opgegraven. Het onderzoek door het DVI ge-
beurt op basis van gegevens uit een gerechtelijk dossier.
Het is de uitdaging om de stoffelijke resten zo op te graven dat
alle materiële bewijslast behouden blijft. Na de opgraving gaat het
politionele onderzoek en het identificatieproces gewoon verder.
Sinds 2001 is de Cel Vermiste Personen ook het centrale in-
valspunt voor alle politiediensten wanneer ergens in België een
onbekende dode, een skelet of delen ervan worden aangetroffen.
In overleg met de bevoegde magistraat roepen zij ons dan op om
een volledig post-mortemdossier samen te stellen.
Het grote voordeel van dit nu al enkele jaren beproefde sys-
teem is vaak dat het inwinnen van de ante-mortemgegevens al
is gebeurd. Zo wordt elke verdwijning in principe bij de Cel Ver-
miste Personen van de federale politie gemeld. Als die cel in
samenspraak met de onderzoekende magistraat de verdwijning
onrustwekkend vindt, dan wordt het DVI-team gevraagd de pro-
cedure van het inwinnen van ante-mortemgegevens bij de fami-
lie, de arts en de tandarts op te starten. Die gegevens worden door
de Cel Vermiste Personen bijgehouden in het geïnformatiseerde
systeem ‘Plass Data DVI International’. Als er dan later, bij een
toevallige lijkenvondst door een wandelaar of bij een necrosearch-
operatie, een lichaam wordt aangetroffen, kunnen de post-mor-
temgegevens onmiddellijk worden vergeleken met de al eerder
ingezamelde ante-mortemgegevens. Klopt de vergelijking niet,
dan gaat alles opnieuw naar ‘af ’. Op dat moment hebben we een
onbekend lichaam en een vermiste persoon, maar de ante- en
273