Page 99 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 99
DVI 16-10-2007 09:42 Pagina 99
koffer kon laten. Het lijk was weggehaald en naar de lokale be-
grafenisondernemer gebracht. Ik vloekte binnensmonds en zucht-
te eens heel diep. Soms wilde ik dat een van de weinige dingen
die vooral Britse films en de ontelbare misdaadboeken ons kun-
nen leren, hier ook eens doordringen. Daarin zie je altijd hoe een
lijk blijft liggen zoals het wordt gevonden, hoe meters politielint
een breed veld rondom het lijk afspannen, hoe mannen en vrou-
wen in witte outfits minutieus de grond afzoeken. Laat me niet
te streng zijn, soms gebeurt dat hier ook. Maar veel te weinig.
De positie van een lichaam, de plaats waar het wordt gevon-
den en hoe het er precies uitziet, zeggen zoveel over de identiteit
van de persoon en hoe hij of zij aan zijn of haar einde is geko-
men. Lag het slachtoffer op zijn rug, of in slaaphouding op zijn
zijde? Zelfs de oriëntatie – gericht naar het oosten of het westen
– kan aanwijzingen bevatten over de geschiedenis van het lijk.
En bij een lichaam waar geen enkel element naar de identiteit
verwijst, is elke aanwijzing goud waard. Mogelijk waren door het
verplaatsen van het lijk belangrijke sporen verloren gegaan. Veel
tijd om daarbij stil te staan, had ik niet. Ik, en de rest van het
team en van de onderzoekers, zouden moeten roeien met de rie-
men die we hadden.
206 beenderen, 32 tanden
In de garage van de begrafenisondernemer – de man had for-
meel geweigerd om het geskeletteerde lichaam binnen in zijn
werk- of rouwkamer te halen – was het een drukke bedoening.
De collega’s van het DVI waren al ter plaatse, maar ook de loka-
le politie, de odontoloog (tandenexpert) en een fotograaf pro-
beerden een plekje te vinden met goed zicht op de beenderen die
op een tafel lagen. Het was duidelijk dat de heren – het gezel-
schap was bijna exclusief mannelijk – stonden te popelen om zo
snel mogelijk te weten te komen wie onze onbekende was en hoe
hij aan zijn einde was gekomen. Toen ik over de drempel stapte,
99