Page 167 - !ROA2017-02
P. 167

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017








                      begrip            definitie
                      talud             gedeelte van de wegbaan, waarvan het oppervlak een dwarshelling van 16,67 % (helling
                                        1:6 of schuinte 24/4) vertoont.
                      tegenverkanting   dwarshelling in de boog van een weg, die afloopt naar de buitenzijde van een boog en die
                                        geen compensatie biedt aan de middelpuntvliedende  kracht op rijdende voertuigen.
                      toerit            verbindingsweg vanaf een weg naar een weg van een hogere hoofdcategorie.
                      tracé             verzameling wegvakken en aansluitingen die binnen het netwerk een duidelijke eenheid
                                        vormen, veelal begrensd door knooppunten.
                      traject           (autosnel)weg binnen het totale netwerk, of een combinatie van enkele delen van meerdere
                                        (autosnel)wegen.
                      turbulentielengte   Turbulentielengtes zijn de afstanden rondom convergentie- en divergentiepunten waarover
                                        het rijgedrag en de afwikkeling worden beïnvloed door deze convergentie- en
                                        divergentiepunten.
                      tussenberm        wegberm tussen evenwijdig lopende rijbanen, niet beide zijnde hoofdbanen.
                      uitgraving        verdieping van de natuurlijke ondergrond tot op het peil dat nodig is om de weg aan te
                                        leggen.
                      uitrijstrook      rijstrook van beperkte lengte ter plaatse van een divergentiepunt, die grenst aan een
                                        doorgaande rijstrook van een rijbaan en, in rijrichting gezien, eindigt bij de spitse punt van
                                        het puntstuk. Een uitrijstrook is bedoeld om verkeer afkomstig van de doorgaande
                                        rijstrook/rijstroken in de gelegenheid te stellen zijn snelheid te verminderen alvorens de
                                        afbuigende rijbaan op te rijden.
                      uitvoeging        divergentiepunt waar een rijbaan door middel van een of meer uitrijstroken wordt afgeleid
                                        van de doorgaande rijbaan.
                      verbindingsweg    rijbaan, niet zijnde een hoofdbaan, rangeerbaan of parallelbaan, die in een ongelijkvloerse
                                        kruising van autosnelwegen de verbinding vormt tussen twee rijbanen. Een verbindingsweg
                                        wordt gestart bij een discontinuïteit en start aan de rechterzijde van de rijbaan. Binnen een
                                        verbindingsweg mag tussen verschillende elementen de ontwerpsnelheid niet meer dan 20
                                        km/u verschillen.
                      verdrijfpijl      wegmarkering die het verkeer naar een aangrenzende rijstrook geleidt, uitgevoerd als
                                        gebogen pijl.
                      verdrijfstrepen   wegmarkering ter geleiding van het verkeer naar een ander weggedeelte, uitgevoerd als
                                        verkeersstrepen die onder een schuine hoek met de rijrichting zijn aangebracht.
                      verkanting        dwarshelling in de boog van een weg of spoorweg, die ten doel heeft de
                                        middelpuntvliedende kracht van rijdende voertuigen geheel of gedeeltelijk te compenseren.
                      verkantingsovergan  gedeelte van de verkeersbaan waar de dwarshelling van teken verandert.
                      g
                      verkeersbaan      verkeerdragende baan.
                      vetergang         van de rechte lijn afwijkende koers van voertuigen ten gevolge van storende krachten en
                                        koerscorrecties.
                      vluchtruimte      ruimte naast de vluchtstrook en direct grenzend aan de verharding, bestemd voor gestrande
                                        voertuigen, om de vluchtstrook zo veel mogelijk te kunnen vrijhouden.
                      vluchtstrook      verharde strook langs een rijbaan van een autosnelweg, waarop uitsluitend in bijzondere
                                        gevallen of in geval van nood mag worden gereden of gestopt.
                      vluchtzone        gebied naast de rijbaan, bestaande uit kantstreep, vluchtstrook en vluchtruimte.
                      weefstrook        rijstrook die behoort tot die rijstroken rechts van de blokmarkering gelegen in een weefvak.
                      weefvak           rijbaangedeelte van beperkte lengte tussen convergentiepunt en divergentiepunt, dat
                                        bedoeld is om te weven.
                      weg               gebaand gedeelte van het terrein ten behoeve van het verkeer te land, in lengte- en
                                        dwarsrichting begrensd door weggrenzen.
                      wegbebakening     samenstel van de op, in, boven en ter zijde van de verharding aangebrachte verkeerstekens
                                        en -voorwerpen, die dienen ter geleiding, waarschuwing, regeling en beveiliging van het
                                        verkeer.
                      wegberm           gedeelte van een weg tussen rijbanen of tussen een buitenste rijbaan en de naastgelegen
                                        weggrens.

                                                                                                 Pagina 167 van 168
   162   163   164   165   166   167   168