Page 164 - !ROA2017-02
P. 164
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
omgeving van de tunnelingang en -uitgang
Naast de kenmerken van de weg en tunnel zelf, is ook de omgeving van de tunnelingang en -
uitgang van invloed op het rijgedrag van bestuurders. Per project dient door de wegontwerper
een inschatting gemaakt te worden van het wegbeeld dat bestuurders zullen ervaren,
bijvoorbeeld door een belevingsonderzoek.
Bij het ontwerpen moet rekening worden gehouden met in het landschap aanwezige elementen.
Enkele aandachtspunten:
- omgevingselementen als kruisende infrastructuur en beplanting kunnen voor geleiding of
misleiding zorgen. De ingang van de tunnel en het verloop van de weg er naartoe dienen
daarom goed op te vallen tegen de omgeving;
- bij het naderen van de ingang van een tunnel en het verlaten van een tunnel moet verblinding
door de (laagstaande) zon worden voorkomen, met name bij de overgang van donker naar
licht. Het oog moet geleidelijk aan de nieuwe lichtsituatie kunnen wennen;
- bij lange tunnels moet voorkomen worden dat het uitgangsportaal ruim voor het uitrijden van
de tunnel reeds in zicht is, om te voorkomen dat bestuurders zich hierop teveel fixeren en
minder alert reageren op prikkels rondom hem.
Pagina 164 van 168