Page 61 - !ROA2017-02
P. 61

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017








                      Uitgangspunten bij de bepaling van zichtlengte ten behoeve van zicht op een
                      rijstrookbeëindiging zijn:
                      -  zichtpunt: aanzet van de verdrijfstrepen bestaande uit de eerste 50 m van de afstreping;
                      -  daglicht;
                      -  herkenningslengte: deze lengte dient als zichtbare lengte aanwezig te zijn;
                      -  prt: verlengde prt van 2,0 seconden vanwege het onverwachte karakter van deze
                        discontinuïteit;
                      -  operationele taak: deceleratie tot stilstand voor personenauto (conform berekening stopzicht,
                        zie paragraaf 5.1.3).

                      Over de som van deze lengtes dient het zichtpunt continue en volledig zichtbaar te zijn. In tabel
                      5.11 staan de maatgevende zichtlengtes voor zicht op een rijstrookbeëindiging per
                      ontwerpsnelheid weergegeven.

                      tabel 5.12. Standaardwaarden voor zicht op een rijstrookbeëindiging
                                        herkenningslengte        prt         operationele taak   totale zichtlengte
                      ontwerpsnelheid
                                            tijd   lengte     tijd   lengte      tijd   lengte        (afgerond)
                      120 km/u             3,0 s   100 m     2,0 s    67 m    ± 11 s   177 m             345 m
                        90 km/u            3,0 s   75 m      2,0 s    50 m     ± 7 s    84 m             210 m
                        70 km/u            3,0 s   58 m      2,0 s    39 m     ± 5 s    45 m             145 m
                        50 km/u            3,0 s   42 m      2,0 s    28 m     ± 2 s    21 m              90 m


           5.2        Horizontaal alignement
                      Het horizontale alignement is het horizontale verloop van de wegas. Het horizontale alignement
                      is opgebouwd uit de volgende elementen:
                      -  horizontale rechtstand;
                      -  horizontale (cirkel)boog;
                      -  overgangsboog.


           5.2.1      Horizontale rechtstand
                      De horizontale rechtstand is een rechte lijn in het horizontale alignement.


                      functie
                      De horizontale rechtstand heeft als functie het verbinden van twee horizontale bogen.


                      ontwerpparameters
                      In het alignement worden horizontale rechtstanden hoofdzakelijk toegepast bij knooppunten en
                      aansluitingen, of bij bundeling met andere infrastructuur als spoorwegen of kanalen. In overige
                      wegvakken worden geen horizontale rechtstanden toegepast. Een bestuurder fixeert zijn blik bij
                      lange rechtstanden namelijk eerder op de horizon en is daardoor minder alert op prikkels vanuit
                      het wegbeeld rondom hem (‘polderblindheid’). Bovendien is er bij een horizontale rechtstand in
                      combinatie met een verticale rechtstand zonder helling slecht zicht op het verkeer
                      stroomafwaarts. Lange rechtstanden worden daarom vervangen door ruime bogen met
                      boogstralen groter of gelijk aan 40.000 m.

                      Waar rechtstanden worden toegepast, moet worden gestreefd naar een beperkte lengte hiervan.
                      Hierbij kan als richtlijn een lengte in meters van 20x de ontwerpsnelheid in km/u aangehouden
                      worden. Aan de andere kant mag de horizontale rechtstand ook niet te kort zijn, opdat deze
                      wordt herkend als zelfstandig element en opdat er geen fouten (knikken) in het wegbeeld


                                                                                                  Pagina 61 van 168
   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66