Page 60 - !ROA2017-02
P. 60

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017









           5.1.5      Zicht op invoegend of wevend verkeer
                      De zichtlengte op invoegend of wevend verkeer is de afstand waarover een bestuurder de weg
                      en de (andere) toeleidende weg moet kunnen overzien om de juiste relatieve positie en snelheid
                      te kiezen om het invoegen of weven vlot te laten verlopen.

                      afbeelding 5.7. Schematisering zicht op invoegend verkeer


















                      Afbeelding 5.8 toont een schematische voorstelling van een invoegsituatie, maar is ook van
                      toepassing op een tapersamenvoeging. In theorie zijn de afstanden a en b op te delen in twee
                      delen waarbinnen de bestuurder de tijd krijgt om de situatie waar te nemen en hier vervolgens
                      op te anticiperen. Het eerste deel dient voor het waarnemen of er voertuigen op de andere
                      rijbaan rijden. Het tweede deel dient om de snelheid van het waargenomen voertuig in te
                      schatten en hierop te anticiperen. Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat beide voertuigen A en
                      B aan 3 rijseconden voldoende hebben om waar te nemen en te anticiperen. De 3 rijseconden
                      worden gebaseerd op de ontwerpsnelheid van de doorgaande rijbaan; de snelheid op de
                      toeleidende rijbaan bedraagt 75% van deze waarde.

                      In tabel 5.9 staan de maatgevende zichtlengtes ten behoeve van zicht op invoegend of wevend
                      verkeer per ontwerpsnelheid weergegeven. De totale zichtlengte is de afstand stroomopwaarts
                      van de spitse punt van het puntstuk waarbinnen verkeer op de toeleidende rijbanen elkaar moet
                      kunnen zien.

                      tabel 5.10. Standaardwaarden zichtlengte ten behoeve van zicht op invoegend of wevend verkeer
                                   ontwerpsnelheid                                    zicht
                      doorgaande baan       toeleidende baan                tijd        lengte a       lengte b
                                                                                     (afgerond)      (afgerond)
                      120 km/u                90 km/u                      3,0 s          100 m           75 m
                        90 km/u               70 km/u                      3,0 s           75 m           60 m
                        70 km/u               50 km/u                      3,0 s           60 m           40 m


           5.1.6      Zicht op een rijstrookbeëindiging
                      Een rijstrookbeëindiging is een beëindiging van de linkerrijstrook. Uitgangspunt is dat de
                      bestuurder tijdig anticipeert op de bebording en verdrijfpijlen die de rijstrookbeëindiging
                      aankondigen. Mocht de bestuurder om welke reden dan ook hierop niet (tijdig) anticiperen, moet
                      voorkomen worden dat de daadwerkelijke rijstrookbeëindiging (verdrijfstrepen) onverwacht
                      komt. Daarom moet de bestuurder de aanzet van de verdrijfstrepen zodanig goed kunnen
                      overzien (gegeven het alignement en de inrichting en uitrusting van de weg), dat hij aan het
                      begin van de verdrijfstrepen tot stilstand kan komen op de eindigende rijstrook. Om dit te
                      waarborgen, is een zichtlengte voorgeschreven.




                        Pagina 60 van 168
   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65