Page 55 - !ROA2017-02
P. 55
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
afbeelding 5.2. Schematisering zichtlengte stopzicht
opbouw zichtlengte
De zichtlengte voor stopzicht is als volgt opgebouwd:
1 herkenningslengte: verwaarloosbaar;
2 prt: deze lengte dient als zichtbare lengte aanwezig te zijn;
3 operationele taak: de lengte benodigd voor de comfortabele remhandeling tot stilstand dient
als zichtbare lengte aanwezig te zijn.
Over de som van deze lengtes dient een achterlicht van het voorgaande voertuig zichtbaar te
zijn.
maatgevende situatie
Uitgangspunten bij het bepalen van de zichtlengte voor stopzicht zijn:
- waarneempunt:
. bij een linkse bocht: 1,25 m uit kantstreep links;
. bij een rechtse bocht: 2,25 m uit kantstreep rechts
. 1,10 m boven de verharding;
- zichtpunt: gehele buitenste achterlicht (0,2 m x 0,2 m) op de binnenste rijstrook, onderzijde
op 0,50 m boven het wegdek en buitenzijde op 2,30 uit binnenkant kantstreep (gebaseerd op
een rijstrookbreedte van 3,50 m);
- daglicht;
- comfortabele vertraging;
- prt: gebaseerd op onverwachte gebeurtenis;
- verwaarloosbaar effect ten gevolge van reductie langswrijving in horizontale bogen;
- voor het berekenen van de benodigde remweg wordt een wrijvingscoëfficiënt gehanteerd, die
uitgaat van net niet geblokkeerde wielen (86 % wielslip) bij nat wegdek, gecorrigeerd met een
veiligheidsfactor.
Pagina 55 van 168