Page 52 - !ROA2017-02
P. 52

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017











                      definitie
                      Anticipatiezicht is het zicht op het samenspel van de elementen die bepalend zijn voor de
                      herkenning van het verloop van de weg zoals bij de maatgevende situatie zijn beschreven. De
                      zichtlengte is de benodigde lengte waarover een bestuurder deze elementen comfortabel moet
                      kunnen waarnemen om deze informatie comfortabel te kunnen verwerken en indien nodig hierop
                      te reageren.


                      opbouw zichtlengte
                      De zichtlengte voor anticipatiezicht is als volgt opgebouwd:
                      1  herkenningslengte: deze lengte dient als zichtbare lengte aanwezig te zijn;
                      2  prt: niet van toepassing;
                      3  operationele taak: niet van toepassing; de laterale regeltaak en het inspelen op
                        gebeurtenissen in de lengterichting van de weg vinden plaats binnen de herkenningslengte.

                      Over de som van deze lengtes dient het zichtpunt zichtbaar te zijn.


                      maatgevende situatie
                      Uitgangspunten bij het bepalen van de zichtlengte voor anticipatiezicht zijn:
                      -  waarneempunt:
                        .  bij een linkse bocht: 1,25 m uit kantstreep links;
                        .  bij een rechtse bocht: 2,25 m uit kantstreep rechts
                        .  1,10 m boven de verharding;
                      -  zichtpunt: wegmarkering of elk continue repeterend element met een hoogte groter dan 0,5
                        m ten opzichte van dichtstbijzijnde kant verharding van de betreffende rijbaan. Hieronder
                        vallen de volgende elementen:
                        .  bij één of twee rijstroken: kantstreep buitenbocht;
                        .  bij meer dan twee rijstroken: de tweede deelstreep (gezien vanaf eigen rijstrook);
                        .  afschermingsvoorzieningen;
                        .  openbare verlichting;
                        .  signalering;
                        .  bewegwijzering;
                        .  begroeiing hoger dan 1,0 m;
                        .  antizichtschermen;
                        .  geluidwerende voorzieningen.

                      Indien een bestuurder minimaal één van de bovenstaande elementen binnen zijn zichtlengte kan
                      herkennen, herkent hij hiermee het verloop van de weg en kan hij indien nodig hierop
                      anticiperen.



















                        Pagina 52 van 168
   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57