Page 53 - !ROA2017-02
P. 53
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
minimale zichtlengte
In tabel 5.2 staan de minimale zichtlengtes voor anticipatiezicht per ontwerpsnelheid
weergegeven.
tabel 5.2. Minimale zichtlengte anticipatiezicht
herkenningslengte prt operationele taak maatgevende
ontwerpsnelheid
tijd lengte tijd lengte tijd lengte zichtlengte
120 km/u 10,0 s 333 m n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 335 m
90 km/u 9,2 s 230 m n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 230 m
70 km/u 8,6 s 168 m n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 170 m
50 km/u 8,0 s 112 m n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 110 m
5.1.2 Wegverloopzicht
Een bestuurder moet zicht hebben op het verloop van de rijbaanmarkering in continue situaties.
Dit is nodig om:
- de dwarspositie van het voertuig te kunnen beheersen;
- veilig en comfortabel te kunnen inspelen op gebeurtenissen in de lengterichting van de weg.
definitie
De zichtlengte op het verloop van de weg in continuee situaties (wegverloopzicht) is de
benodigde lengte waarover een bestuurder de weg moet kunnen overzien om zijn rijtaak veilig
en comfortabel uit te voeren.
afbeelding 5.1. Schematisering zichtlengte wegverloopzicht
opbouw zichtlengte
De zichtlengte voor wegverloopzicht is als volgt opgebouwd:
1 herkenningslengte: deze lengte dient als zichtbare lengte aanwezig te zijn;
2 prt: deze lengte dient als zichtbare lengte aanwezig te zijn;
3 operationele taak: niet van toepassing; de laterale regeltaak en het inspelen op
gebeurtenissen in de lengterichting van de weg vinden plaats binnen de herkenningslengte.
Over de som van deze lengtes dient het zichtpunt zichtbaar te zijn.
maatgevende situatie
Uitgangspunten bij het bepalen van de zichtlengte voor wegverloopzicht zijn:
- de maatgevende situatie is zicht op een gecombineerde horizontale boog in een verticale
boog;
Pagina 53 van 168