Page 56 - !ROA2017-02

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017

minimale zichtlengte
De zichtlengte voor stopzicht wordt bepaald met onderstaande formule, die bestaat uit de som
van de prt-afstand en de operationele taak:
 
 v    v  2 1 
Stopzichtl engte  prt * 0     0  * 

 3,6   3,6   p  
 2g f lg   
  100%  
Hierin is:
- v 0 : ontwerpsnelheid (km/u);
2
- g : zwaartekrachtversnelling (9,8 m/s );
- f lg : gemiddelde wrijvingscoëfficiënt in langsrichting, op basis van 86 % wielslip en nat
wegdek;
- p : hellingspercentage.

Hieruit vloeien minimale zichtlengtes voor stopzicht voort (zie tabel 5.4). Deze waarden zijn
gebaseerd op een hellingspercentage van 0 %. Indien de rijbaan een langshelling heeft, zijn de
waarden in de tabel niet te gebruiken. De zichtlengte is dan te berekenen met de formule of af
te lezen uit afbeelding 5.3. Het aan te houden hellingspercentage dient minimaal het gemiddelde
hellingspercentage tussen het zichtpunt en het waarneempunt te zijn. Dit gemiddelde
percentage mag niet teveel afwijken van het maximum hellingspercentage bij het zichtpunt of
het waarneempunt: een voertuig moet tijdig tot stilstand kunnen komen.

tabel 5.4. Minimale zichtlengte stopzicht bij een hellingspercentage van 0%
herkenningslengte prt operationele taak wrijvings- maatgevende
ontwerpsnelheid
tijd lengte tijd lengte tijd lengte coëfficiënt f lg zichtlengte
120 km/u n.v.t. n.v.t. 2,50 s 83 m ± 11 s 177 m 0,32 260 m
90 km/u n.v.t. n.v.t. 2,00 s 50 m ± 7 s 84 m 0,38 135 m
70 km/u n.v.t. n.v.t. 1,75 s 34 m ± 5 s 45 m 0,44 80 m
50 km/u n.v.t. n.v.t. 1,50 s 21 m ± 2 s 21 m 0,48 40 m

afbeelding 5.3. Zichtlengte stopzicht bij verschillende langshellingen

Pagina 56 van 168