Page 80 - !ROA2017-02

Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017

tabel 5.29. Horizontale objectafstanden
ontwerpsnelheid ontwerpvoertuig passeermanoeuvre stilstaande inhaalmanoeuvre rijdende objecten*
objecten
personenauto 1,50 m 1,80 m
120 km/u
vrachtauto 1,00 m 1,00 m
personenauto 1,00 m 1,00 m
90 km/u
vrachtauto 1,00 m 1,00 m
personenauto 1,00 m 1,00 m
70 km/u
vrachtauto 1,00 m 1,00 m
personenauto 0,50 m 0,50 m
50 km/u
vrachtauto 0,50 m 0,50 m
* Een rijdend object is een object met vergelijkbare massa en snelheid.

De verticale obstakelafstand is de kortste afstand tussen de bovenkant van het wegdek en een
obstakel. Voor wegen met E-nummering is de European Agreement on Main International Traffic
Arteries (AGR, 1975) van toepassing. Deze schrijft een verticaal profiel van vrije ruimte voor van
4,50 m. Voor de Nederlandse situatie wordt hier een overlagingsmarge van 0,10 m aan
toegevoegd. Het verticale profiel van vrije ruimte bij aanleg bedraagt hiermee 4,60 m,
onafhankelijk van de ontwerpsnelheid. Bij lichte (solitaire) constructies als portalen en
voetgangers-/fietsbruggen, moet een vrije doorrijhoogte van minimaal 5,00 m aangehouden
worden; de verticale vrije ruimte bedraagt dan 0,80 m.

tabel 5.30. Verticaal profiel van vrije ruimte
minimumruimte marge voor verticaal profiel
ontwerpvoertuig stilstaand rijdend vrije ruimte overlagingsmarge van
voertuig voertuig vrije ruimte
personenauto 4,00 m 0,20 m 0,30 m 0,10 m 4,60 m
vrachtauto

Op alle locaties waar een maatgevend voertuig kan komen dient het verticaal profiel van vrije
ruimte beschikbaar te zijn.

Pagina 80 van 168