Page 79 - !ROA2017-02
P. 79
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
tabel 5.28. Verticale minimumruimte
ontwerpsnelheid ontwerpvoertuig minimumruimte stilstaande minimumruimte rijdende voertuigen
voertuigen
personenauto
120 km/u
vrachtauto
personenauto
90 km/u
vrachtauto 4,00 m 4,20 m
personenauto
70 km/u
vrachtauto
personenauto
50 km/u
vrachtauto
profiel van vrije ruimte
Het profiel van vrije ruimte is de ruimte binnen het dwarsprofiel waarbinnen geen obstakels
mogen voorkomen. Het is samengesteld uit het horizontale en het verticale profiel van vrije
ruimte.
Het horizontale profiel van vrije ruimte wordt verkregen door aan het horizontale profiel van
minimumruimte tijdens het rijden de horizontale obstakelafstand toe te voegen.
Het verticale profiel van vrije ruimte wordt verkregen door aan het verticale profiel van
minimumruimte de verticale obstakelafstand en een overlagingsmarge toe te voegen.
Een obstakel is een voorwerp, beplantingselement of dwarsprofielelement dat bij aanrijding
ernstige schade aan het voertuig en/of (dodelijk) letsel aan inzittenden veroorzaakt.
De horizontale objectafstand is de kortste afstand tussen de binnenkant van de kantstreep en
een object. De objectafstand is de afstand die bestuurders aanhouden tot objecten langs de
eigen rijstrook.
Het horizontale profiel van vrije ruimte wordt bepaald op basis van de veiligheidsmarge
(objectafstand) die bestuurders van voertuigen aanhouden ten opzichte van te passeren
obstakels. Bij het ontwerp van het dwarsprofiel moet daarom in relatie met de ontwerpsnelheid
een vrije ruimte (objectafstand) in acht worden genomen in verband met de gewenste plaats
van voertuigen op de weg, om zo een veilige en ongehinderde passeermanoeuvre te faciliteren.
Hierbij zijn drie maatgevende situaties denkbaar:
- vrije en ongehinderde verkeersafwikkeling:
. maatgevend hierbij is de inhaalmanoeuvre waarbij een vrachtwagen wordt ingehaald door
een personenauto. De benodigde ruimte bij een inhaalmanoeuvre tussen vrachtauto’s is
kleiner, omdat een dergelijke inhaalmanoeuvre plaatsvindt bij lagere snelheden, bij kleinere
snelheidsverschillen en door meer ervaren chauffeurs. Tussen twee personenauto’s is
eveneens minder ruimte nodig, vanwege de geringere voertuigbreedtes;
- één of meer voertuigen op de vluchtstrook:
. een stilstaand voertuig op de vluchtstrook wordt beschouwd als een vast voorwerp
(obstakel);
- één of meer voertuigen op de bergingsstrook aan de linkerzijde van de rijbaan:
. deze situatie komt weinig voor. Hierop wordt dan ook niet gedimensioneerd, ondanks de
grote verstoring van de verkeersafwikkeling die afhankelijk van de beschikbare breedte kan
optreden.
Pagina 79 van 168