Page 74 - !ROA2017-02
P. 74
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
De boogstraal wordt berekend met de volgende formule:
L 2 tabel 5.22. Parameters voor bolle bogen
R z
bol,
min
( 2 h h ) 2 ontwerpsnelheid anticipatiezicht wegverloopzicht stopzicht
o
h
120 km/u 335 m 165 m 260 m
90 km/u 230 m 120 m 135 m
70 km/u 170 m 80 m 80 m
50 km/u 110 m 40 m 40 m
ooghoogte h o 1,1 m 1,1 m 1,1 m
objecthoogte h h variabel 0 m 0,5 m
Hierin is:
- R : verticale boogstraal (m);
- L z : maatgevende zichtlengte (m);
- h o : ooghoogte van de bestuurder;
- h h : hoogte van het waar te nemen object (m).
Uit de formule vloeien de minimale boogstralen voor verticale bolle bogen voort, zoals
weergegeven in tabel 5.23. De gegeven waarden zijn van toepassing bij wegverloopzicht. Het
zichtcriterium wegverloopzicht is echter slechts onder voorwaarde maatgevend: per situatie
dient er op basis van de rond de weg aanwezige zichtpunten geanalyseerd te worden of
anticipatiezicht niet maatgevend is boven wegverloopzicht. Dit is afhankelijk van de
objecthoogte van het voor anticipatiezicht maatgevende zichtpunt (zie paragraaf 5.1.1).
tabel 5.23. Minimale boogstralen bolle boog
minimale straal bolle
ontwerpsnelheid maatgevend zichtcriterium maatgevende zichtlengte
boog
120 km/u 12.400 m wegverloopzicht 165 m
90 km/u 6.600 m wegverloopzicht 120 m
70 km/u 3.000 m wegverloopzicht 80 m
50 km/u 750 m wegverloopzicht 40 m
Het kan voorkomen dat bij geringe hoogteverschillen en/of zeer flauwe hellingen de zichtlengte
groter is dan de totale lengte van de boog. In dat geval mag een kleinere verticale boogstraal
worden toegepast. Bij een dergelijke aaneenschakeling van verticale ontwerpcomponenten wordt
de bepaling van de zichtlengte grafisch (met gebruik van software) gedaan, waarna vervolgens
de minimale verticale boogstraal van de bolle boog is te bepalen.
Pagina 74 van 168